Jaspers & Eyers Architects ism BAEB

Jaspers & Eyers Architects ism BAEB

Sinds kort kan de gemeente Etterbeek zijn burgers welkom heten in een fonkelnieuw administratief centrum. Het nieuwe gebouw, een samenwerking tussen Jaspers-Eyers Architects en BAEB, verenigt de stadsdiensten, het OCMW en de lokale politie op één locatie. Het doel van het centrum was voor de burgemeester van Etterbeek meteen kristalhelder: “De gemeente moet naar de mensen toe gaan, niet omgekeerd.” Dat korte zinnetje vat prima samen waar het project voor staat. Het administratieve centrum van Etterbeek is toegankelijk, warm en makkelijk bereikbaar voor de bezoeker én een stimulerende plek voor de werknemers. Het is bovendien een verbindend element in de wijk en, niet onbelangrijk, een toonbeeld van duurzaam bouwen. Opzet geslaagd, dus.

Natuurlijke connectie tussen stad en park
Het oude gemeentehuis van Etterbeek dateerde van 1958 en was, zoals dat wel vaker het geval is met stadsdiensten, een administratief labyrint. Het was niet langer een weerspiegeling van de bruisende gemeente die Etterbeek vandaag is. Er moest dus een nieuw gebouw komen, met een totaal nieuwe insteek. Dat nieuwe centrum telt vijf verdiepingen en beslaat een oppervlakte van ruim 19.000 m². Ernaast bevinden zich 37 nieuwe appartementen, die in dezelfde stijl als het centrale gebouw zijn uitgewerkt. Het project bevindt zich aan de Kazernelaan, op de plaats van het vroegere militaire hospitaal in Etterbeek, vlak bij de VUB. Het ligt op de lijn tussen het stadscentrum en het achterliggende park en functioneert als letterlijke en figuurlijke connectie tussen de twee. Je kunt zelfs van de stad naar het park langs een binnenstraat doorheen het gebouw. Maar er is meer.

Stefaan Van Acker (Jaspers-Eyers Architects): “Doordat het gebouw enigszins achteruit op de site staat, is vooraan een plein ontstaan. Bijna alsof het gebouw zijn armen uitstrekt om zich open te stellen naar de omgeving en bezoekers te verwelkomen. Het is tekenend voor het project: door ruimte te creëren wordt niet voor afstand gezorgd, maar net voor inclusie. Net zo hebben de woningen aan beide kanten meer ruimte gekregen doordat het gebouw in zeker mate is ‘ingedeukt’. Het resultaat is een organische vorm, die een natuurlijke plaats inneemt in de omgeving en een harmonieus geheel vormt met de aangrenzende gebouwen.” De vorm van het project is trouwens niet zomaar ontstaan. Hij is het resultaat van overlegsessies met studiebureaus en met de verschillende betrokken partijen, die elk tot op zekere hoogte hun eigen ruimte hebben kunnen ontwerpen.

Synergie met individuele accenten
Het centrum heeft drie afzonderlijke ingangen, die alle drie naar dezelfde grote ruimte leiden. Emmanuel Bouffioux (BAEB): “Toch heeft elke ingang zijn eigenheid, die een reflectie is van de achterliggende dienst of instantie. De ingangen voor de gemeentediensten en de politie liggen vooraan, aan de kop van het gebouw en zichtbaar voor de wijk. De achteringang geeft rechtstreeks toegang tot het OCMW. Individualiteit en synergie gaan zo hand in hand, wat ook zijn weerslag heeft op de dienstverlening.” De administratieve aanpak is op een volledig nieuwe leest geschoeid en is in de eerste plaats gericht op klantvriendelijkheid en een goed functionerend reserveringssysteem. De bezoeker komt vooraan binnen in de twee verdiepingen hoge entreeruimte, waar zich het onthaal en de loketten bevinden. Emmanuel Bouffioux (BAEB): “Door zijn omvang en openheid geeft de entree een gevoel van vrijheid en ademruimte, terwijl tegelijk de nodige privacy is gecreëerd. In de ontvangstruimte aan de linkerkant zorgen een aantal zitbanken voor een open wachtpunt. De zitbanken zijn niet alleen een rustpunt, maar ook een element van herkenning dat als een rode draad doorheen het hele gebouw loopt.” Rechts bevinden zich de loketten, variabel in hoogte en positie, die de nodige intimiteit en discretie garanderen. Bij een eventueel event in de trappenhal of de grote zaal kunnen de loketten makkelijk worden afgesloten van de rest van het geheel. De OCMW-ingang aan de andere kant van het gebouw is in dezelfde vormentaal opgevat. Wie zich beneden aanmeldt aan de onthaaldesk, wordt doorverwezen naar een van de ‘logettes’ op de verdieping erboven. Dat zijn individuele ontvangstruimtes, een dertigtal in totaal, waar de OCMW-medewerker rustig met zijn klant kan overleggen. Op de mezzanine bevinden zich onthaalfuncties als Stedenbouw en Werkgelegenheid, maar ook de opleidingslokalen en een ‘cosy corner’ voor de oudere bezoekers. De administratie van de verschillende diensten ligt op de bovenliggende verdiepingen. Stefaan Van Acker (Jaspers-Eyers Architects): “Het centrum is echt opgevat als een (t)huis, waar je binnenkomt in de gemeenschappelijke delen, die huiselijk en verwelkomend zijn ingericht. De meer private ruimtes, waar het personeel zich moet kunnen terugtrekken en concentreren, bevinden zich dieper in het gebouw.” De gemeenschappelijke ruimtes en zalen kunnen overigens over de verschillende diensten en instanties heen worden gebruikt. Vanuit de onthaalruimte leidt een grote, brede trap naar de ceremoniële ruimtes op de hogere verdiepingen, die in één toren zijn verzameld. Daar bevinden zich de zalen voor de trouwpartijen, de ruimtes voor de burgemeester en schepenen en de grote zaal (250 zitplaatsen) met aangrenzend terras. Ze is de nieuwe thuis voor de gemeenteraad en geschikt voor grote events en ontvangsten. De brede trap die naar boven leidt, is zelf ook geschikt als decor voor (trouw)foto’s, als zitruimte en als tentoonstellingsruimte met grote panelen, die rond de kolommen kunnen pivoteren. Onder het gebouw bevindt zich een parking van drie verdiepingen, waardoor parkeerproblemen in de buurt vermeden worden.

Een slimme façade
Het nieuwe administratieve centrum is een passiefgebouw, zoals door de gemeente was vooropgesteld. Om dat te bereiken is al van bij de eerste pennentrekken rekening gehouden met het energetische karakter van het ontwerp: het gebouw is compact, ondanks zijn uitgebreide programma, en de oriëntatie is volledig en tot in de puntjes afgestemd op een minimaal energieverbruik. Daar is een intensief studietraject aan voorafgegaan, waarbij de bezonning over de seizoenen heen uitgebreid is bestudeerd en in kaart gebracht. Die doordachte oriëntatie is gecombineerd met een ‘slimme façade’: zonnewering en panelen in UHPC (Ultra High Performance Concrete) zijn doordacht en strategisch geplaatst, zodat een maximale natuurlijke lichtinval wordt gecombineerd met een minimale impact van de zon – en dus een minimale nood aan koeling. En dat met een gevel die grotendeels is beglaasd… een ferm staaltje van techniek en innovatie. De panelen zijn via een speciaal systeem bevestigd aan u-vormige stalen rails, die zich buiten de gordijngevel bevinden. Zo worden koudebruggen vermeden en blijft de schil van het gebouw lucht- en waterdicht. Extra aandacht is immers ook gegaan naar isolatie en dankzij geothermie en 700 m² zonnepanelen is het verbruik van fossiele brandstoffen tot een minimum beperkt. Het hoeft dan ook niet te verbazen dat het nieuwe administratieve centrum van Etterbeek een uitstekend energetisch paspoort kan voorleggen.

Qua materiaalkeuze is geopteerd voor sobere elementen zoals warm hout, neutraal grijs beton, donkere staalelementen en heel wat natuurlijke groentoetsen, om de inbedding in de groene omgeving te beklemtonen en door te trekken. Maar het is toch vooral de opmerkelijke gevel waardoor het gebouw meteen in het oog springt, en het nieuwe administratieve centrum van Etterbeek ondanks zijn compacte en organische vorm toch een landmark in de omgeving is.

Tekst: Sara Brouckaert
Foto’s: Jaspers & Eyers Architects

 

Jaspers & Eyers Architects
Hoogstraat 139 ı 1000 Brussel ı t.02 514 04 96
Tervuursevest 362 ı 3000 Leuven ı t.016 62 91 71
Thonissenlaan 75 ı 3500 Hasselt ı t.011 22 21 63
architects@jaspers-eyers.be ı www. jaspers-eyers.be

 

BAEB
Rue de Koninck 40 bus 6 ı 1080 Brussel
t. 02 376 06 10
baeb@skynet.be ı www.baeb.eu