Architectslab

Architectslab

Autonome en energiezuinige woning neemt bungalow als inspiratie

 

Wonen op het platteland versus wonen in de stad. Het is een onderwerp dat voer blijft voor discussie. Beide hebben hun voor- en nadelen. Met het oog op duurzaam wonen in de toekomst, bekijken veel architecten de mogelijkheid om kwaliteit in de stad als alternatief te kunnen aanbieden. William Froidmont van Architectslab nam al met zijn eigen kantoor de proef op de som, maar dat neemt niet weg dat er geen ruimte meer is voor fijne projecten op het platteland. Op voorwaarde dat je consequent de gevolgen van die keuze aanvaardt. Het resultaat is een villa met minimale impact op de omgeving, maar vooral een energiezuinige en autonome woning die de klant terug vrij laat ademen.

Tot ze problemen kregen met hun luchtwegen, woonden kennissen van de architect gelukkig in de stad. Een mooie burgerwoning hartje Gent met fijn gedimensioneerde kamers en een leuk stadstuintje. Nee, de vlucht uit de stad stond aanvankelijk niet op de agenda.Maar als de gezondheid op het spel staat, is het niet vreemd dat mensen op zoek gaan naar een alternatief. De zuivere lucht van het platteland deed hen uitkijken naar een plekje in de natuur. Dat vonden ze in een parkbosverkaveling: 50 are beplant met naaldbomen. Voor de rest lieten ze alles in handen van hun bevriende architect die behalve voor de architecturale wandeling ook als projectregisseur moest fungeren want ze wilden vooral een zorgeloze bouw en geen wild bouwavontuur.In de omgeving staan nog enkele woningen die dateren van in de beginperiode van de verkaveling. De voornaamste reden toen was mogelijkheid bieden aan mensen voor buitenverblijven. De meest voorkomende typologie was die van de chalet of bungalow op een stenen plint waarvoor dus nauwelijks enkele dennenbomen moesten wijken. De foodprint van de woning en de impact was destijds miniem. Net als de verharde wegen daar naar toe. Dat de populariteit van deze kavels en de daarbij horende omvang van de bouwprojecten in de loop der jaren drastisch toenam, betreurt de architect. Het was voor hem dan ook vrij snel duidelijk dat hij op die plek terug naar de basis wou: een woning geïnspireerd door de typologie van toen, met een zo miniem mogelijke impact op de omgeving en een grote mate van autonomie. Bovendien werden de pijnbomen die moesten wijken, in grote mate vervangen door streekeigen groen en loofbomen.

Architectslab staat voor hedendaagse woningen en dat was ook wat de klant wou. Net als dat ze een voorkeur hadden voor witgepleisterde woningen. Niet dat dit meteen het uitgangspunt was voor William. ‘Ik weet niet of ik het had voorgesteld. Wel is het tijdens het ontwerpproces zo geëvolueerd omdat we als insteek naar de bungalows van toen aan het lonken waren. Interessant aan die vormentaal vind ik het plintgegeven, het iets liften van de woning waardoor je de sensatie krijgt dat je los bent van de grond. Net als het feit dat je vaak in die bungalows de split level terug ziet komen. Beide principes heb ik toegepast in deze woning die weliswaar hedendaags is.’ Je krijgt dus een soort van stretched bungalow die door de split level zijn impact kan beperken. Door die langgerektheid heeft de woning wel voldoende présence op het terrein. Anderzijds is ze niet diep waardoor ze soms de illusie wekt groter te zijn dan ze eigenlijk is. Een tweede belangrijke aandachtspunt in het concept richt zich meer op het interieur. Wat de klant fijn vond in hun vorige woning in de stad was de aanwezigheid van mooie, goed gedimensioneerde kamers. In tegenstelling tot de vele trappen die ze telkens moesten doen. Architectslab zorgde ervoor dat ze die ervaring ook in deze woning konden hebben en dat de tredes beperkt bleven. Nu wonen ze dan ook eerder horizontaal in plaats van verticaal. De split level, nauwelijks zeven treden, is wel van cruciaal belang in die ervaring. Door dat kleine hoogteverschil creëer je immers een mooie breuk tussen het slaap- en leefgedeelte, tussen het nacht- en daggebeuren.Architectslab modelleerde het terrein ook wat door het aan de ene kant een beetje af te graven en het aan de andere zijde wat op te hogen. Het terrein daalt zo naar de garage die een ietwat in de grond is geduwd en stijgt licht richting leefgedeelte. Aan de voorzijde van de woning zie je goed het spel van de volumes. Boven de garage heb je een volledig blind vlak waar de kinderkamers achter liggen die weliswaar naar de achterzijde zijn georiënteerd. Achter het glas en houten vlak situeert zich de master bedroom met dressing en badkamer. Duidelijk zichtbaar is de breuk tussen de twee gedeeltes met ook daar een groot vast glasraam en de voordeur geaccentueerd met hout waardoor ze niet opvalt.

Het betreden van de woning doe je letterlijk door de plint van het gebouw als een soort bordes op te stappen. In de uitnodigende corridor daar naar toe en langs het heel groot uitgesneden raam is net voor de deur strategisch een kleine boom geplaatst. De bewoners zelf betreden de woning vaak via de garage. De aangelegde hellingsbaan daar naar toe is omwille van het reële watergevaar opgevat als een soort betonnen kuip met een pomp die, indien nodig, het water wegpompt. In de kelderverdieping heb je verder de fietsenberging en ruimte voor technieken. De circulatie-as is, in tegenstelling tot de rest van de woning waar parket ligt, betegeld. In het daggedeelte zijn duidelijk vijf kamers te onderscheiden met dimensies die je perfect in een herenwoning terugvindt: twee zitruimtes, keuken, eethoek en bureau. De kamers zijn met elkaar verbonden maar je kan ze eenvoudig van elkaar scheiden. Dat gebeurt zowel met twee grote schuifdeuren die in de muur verdwijnen als met een stalen vouwdeur. De circulatie gebeurt telkens langs de gevels.  

In het slaapgedeelte op de split snijdt een nachthal door die blok met aan de ene zijde de kinderkamers en aan de andere zijde het gedeelte voor de ouders dat opgevat is als een suite. Op het einde van de hal is opnieuw een raam uitgesneden met zicht op de zijkant van het bouwperceel, weliswaar gebufferd t.o.v. de buren met het nodige groen. Daardoor krijg je niet enkel licht in de nachthal binnen maar introduceer je van binnenuit ook een soort van oneindigheid. De twee kinderkamers en de logeerkamer hebben dezelfde dimensies en zijn gescheiden door niet dragende wanden waardoor die in de toekomst eventueel omgebouwd kunnen worden tot een grote studio.

In materialisatie bestaat de woning uit drie hoofdzaken: de witte bepleisterde vlakken, de donkere glasvlakken en de houten invullingen die in wezen iets functioneels verbergen. Enerzijds is dat de garagepoort en anderzijds zijn dat opengaande delen en ramen die om veiligheidsoverwegingen verborgen zijn. Er wordt immers gewerkt met nachtventilatie. In de open achtergevel valt één detail op omdat het tweemaal voorkomt, zowel bovenaan als onderaan: de plint bestaande uit een staalplaat die geplooid werd waardoor je een scherpe rand krijgt met daartussen de volledig beglaasde gevel met het dakpakket daarboven iets teruggetrokken. Het ritme van de ramen verwijst naar de kamers erachter en ook achteraan komt de knip tussen dag en nacht duidelijk tot uiting. Het leefgedeelte is langs drie zijden beglaasd en eens de tuin tot volwassendom zal zijn gekomen, krijg je daar vooraan een groene buffer. Om de werking van de plint te optimaliseren, is de tuinaanleg er bewust onder gebleven. Daardoor krijg je rondom een band van 70 cm die bovenaan uitkragend is en bescherming biedt tegen de zon. Dat de woning energiezuinig is, is voor de architect een evidentie. Net als de doorgedreven zoektocht naar autonomie omwille van de locatie op het platteland en pakweg het ontbreken van riolering op het terrein. Dit werd geïntegreerd in de tuinarchitectuur met de aanleg van een natuurlijke individuele waterzuivering, namelijk het rietveld bestaande uit drie etages waarin alles wordt gefilterd. Uiteindelijk heb je zuiver water dat in een wadi stroomt en ook al het regenwater wordt gerecupereerd. Met hedendaagse technieken en een hedendaagse, rustige vormentaal is Architectslab er dus in geslaagd om een woning te realiseren die perfect in zijn omgeving past en een mooie knipoog naar het verleden in zich draagt.  

Tekst: Sam Paret
Foto’s: Nick Cannaerts

 

Architectslab
Ulensstraat 86/12 – 1080 Brussel
t. 02 426 94 49
william@architectslab.com – www.architectslab.com