Philippe SAMYN et ASSOCIÉS

Philippe SAMYN et ASSOCIÉS

Administratief huis met menselijk karakter

Het project is nog volop in aanbouw. Maar wat opvalt, is dat de werf van het nieuwe administratieve huis van de provincie Namen een bouwplaats is zónder torenkraan, zónder stof, zónder geluid en zónder water.  Van in het begin is het project tweeledig bedacht: de harmonie met de bestaande site en het menselijke aspect van de diensten die er straks hun intrek nemen. Het ontwerp is van de hand van het Brusselse architecten- en
ingenieursbureau Samyn & Vennoten. Deze opdracht begon zoals Philippe Samyn het graag heeft: met een kristalhelder lastenboek. De vraag van de provincie was duidelijk, net zoals het sociale aspect. Het antwoord van Philippe Samyn was dat ook. Hij stak er samen met z’n team, enkele consultants en bouwbedrijf Jan De Nul zo’n 12.000 werkuren in – enkel en alleen om een goed dossier in te dienen voor de wedstrijd. Dat antwoord begon, zoals altijd bij Philippe Samyn, met een gedetailleerde analyse van de zogenaamde genius loci. In dit geval ging het om een terrein aan de Samber, vlakbij een architecturaal pronkstuk uit de 20e eeuw: een groot seminarie dat in 1958 gerenoveerd werd op basis van de plannen van architecten Bastin en Schumacker. De zachtheid van hun architectuur moest weerklank vinden in het toekomstige administratieve huis. Met hetzelfde ritme en dezelfde harmonie. Om dat te doen kloppen, moest het architectenbureau ver gaan.

 

Gepaste match met bestaande site

Om de volledige fysionomie van de site te leren kennen, liet Samyn & Vennoten zich omringen door verschillende wetenschappers. Voor een studie die volledig ten dienste van de mens stond. Samen bestudeerden ze de akoestiek, de dominante windrichting, de temperatuur, de tempeartuur van het licht, de fauna, de flora, het microklimaat en de bodem. Eén voor één noodzakelijke elementen om de belangrijkste vraag te beantwoorden: hoe pakken we dit project aan? En vooral: een hoe die je terugvindt in de waarden van Samyn & Vennoten. En dat is van het minst dure gebouw toch het meest duurzame te maken. Daarom is het volgens hem belangrijk om het energieverbruik van de constructie te evalueren en ervoor te zorgen dat het dagelijkse verbruik nul is en dat de onderhoudskosten zo laag mogelijk liggen.

 

Een voorbeeldgebouw in de mate van het mogelijke

In z’n holistische visie besteedt Philippe Samyn bijzonder veel aandacht aan het licht. Het resultaat is een rechthoekig gebouw van zo’n 10.000 m2 dat verdeeld is over twee verdiepingen en quasi letterlijk doorboord is met acht patio’s. Zij zorgen dat het natuurlijke zonlicht overal binnenkomt. Bovendien is het een manier om het gebruik van artificieel licht te verminderen. Maar bovenal geven de patio’s iedereen een aangenaam zicht op de tuin en vormen ze de basis van een performant ventilatiesysteem. Het gebouw is ook zodanig ontworpen dat er een soort van airco ontstaat door de natuurlijke ventilatie. De lucht komt langs onder het gebouw binnen – dat staat namelijk op ijzeren pilaren – en ook langs boven, via de ramen. Zogenaamde windschoorstenen zuigen die verse lucht aan en ventileren het gebouw. Het is een systeem dat doet denken aan de drieduizend jaar oude stad Yadz in de Iraanse woestijn. Een plek vol ruwe aarde en windschoorstenen, maar wel een plek vol leven.De ramen van het administratieve gebouw zijn gemaakt in een ultrahelder glas. Dit om zo veel mogelijk natuurlijk zonlicht binnen te laten en buiten alleen de mooiste kleuren te kunnen zien. Zonwering houdt de warmte buiten in de zomer.

Het belang dat Samyn & Vennoten hecht aan het beschermen van de natuur vind je ook terug in de keuze van de vloer. De architect koos voor hout uit Waalse bossen van categorie 3, dat is het hout waar ze pellets van maken. Hier gebruikten ze het om vloeren te maken waar je makkelijk leidingen in kan leggen of verplaatsen. Vooral handig met het oog op de toekomst: in het geval het gebouw ooit een andere functie krijgt. Dezelfde filosofie volgde Samyn met de geopolymeerplaten: die houden de CO2 vast in plaats van ze af te stoten, zoals bij klassieke betonplaten. Maar zoals het altijd gaat met duuzame elementen, bevestigt Samyn dat het gebouw maar een voorbeeldgebouw is voor zo ver dat mogelijk is. Uiteindelijk kwam hij toch enkele obstakels tegen in zijn duurzame kijk op het gebouw.

 

Een gebouw in hout is helaas (nog) niet mogelijk bij ons

Samyn droomt van hout of bakstenen waar geen laag pleister over ligt. Maar helaas is dat bij ons vandaag nog niet mogelijk. Het gebruik van hout is nog altijd in strijd met de voorschriften voor de brandveiligheid. Je moet het hout dus bedekken met een zwaar materiaal dat je kan recycleren, zoals pleister. Dit is zonder meer het enige bezwaar van Samyn in dit project. En dat komt door de kortetermijnvisie van de Europese technocraten die regels opleggen zonder enige nuance. Voorlopig laten die niet toe om in België een houten gebouw die naam waardig te zetten. Hij betreurt ook dat de zware administratie ten koste gaat van het ecologische bewustzijn. Al tempert dit zijn optimisme niet. Philippe Samyn is er zelfs van overtuigd dat we aan het einde van de tunnel zitten en dat er binnenkort een meer genuanceerde regelgeving komt. Zoals dat vandaag al het geval is in andere landen. Bijvoorbeeld in China.

Een gebouw richting mens en natuur

Samyn & Vennoten willen alle mensen die straks in het gebouw komen werken, een aangename plek geven. Daarom zetten ze hoog in op de connectie tussen natuur en cultuur. Die is niet oneindig. Het is een kwestie van er opnieuw contact mee te maken. Bij het administratieve huis gebeurt dat door bijna alle bomen op het terrein te bewaren – maar vier bomen krijgen een nieuwe plek. Maar ook door de vier aangrenzende tuinen: een therapeutische tuin, een groententuin en een publiek park. Tussen de Samber en die laatste tuin ligt nog een zone die exclusief is voorbehouden voor auto’s. Maar volgens Philippe Samyn gaat het eerder over een publieke plaats waar je bijvoorbeeld een rommelmarkt kan organiseren. Omdat de toekomst van de auto nu eenmaal onzeker is en vandaag niemand zich kan voorstellen hoe mobiliteit er morgen zal uitzien. Sterker nog: om ervoor te zorgen dat de medewerkers van het administratieve huis zich zo goed mogelijk voelen, zullen er ook extra diensten aanwezig zijn in het gebouw: een fitness, een cafetaria, een kinderdagverblijf en een fietshersteldienst.

 

Een binneninrichting om je thuis te voelen

Een logisch verlengstuk van die specifieke aandacht voor de mens is het feit dat de binnenkant aanvoelt als een gewoon huis. Een plek vol herinneringen. Een idee van Jean-Pierre Mouchet van Jan De Nul. Hij sloot een akkoord met de Ressourcerie Namuroise om in het gebouw stukken Naamse geschiedenis te integreren en zo een poëtische wanorde te creëren. De inrichting breekt met alle conventies die er bestaan rond kantoren. De geschiedkundige elementen injecteren opnieuw een zekere zachtheid. Die menselijke dimensie van kantoren is volgens Philippe Samyn vandaag waarschijnlijker dan gisteren. Het is dus evident dat het resultaat van dit ontwerp helemaal zal zijn zoals het architectenbureau het bedacht heeft. Daarom mogen medewerkers ook al hun ideeën om een familiale sfeer te creëren delen met de architect. Het zou moeten resulteren in een gebouw dat Philippe Samyn zelf beschrijft als “alledaags en dus poëtisch, simpel en dus duurzaam, gastvrij en dus intelligent”.

Tekst: Chantal Ernst
Foto’s: © Project: SAMYN en VENNOTEN
Renders – Asymetrie

Philippe SAMYN enVENNOTEN – architecten & ingenieurs
Steenweg op Waterloo 1537 – 1180 Brussel
t. 02 374 90 60
sai@samynandpartners.com – www.samynandpartners.com