AIM Architecture

AIM Architecture

L in Sri Lanka

 

De vakantievilla die Wendy Saunders en Vincent de Graaf bouwden op Sri Lanka gaat de wereld rond. In een afgelegen kustbaai realiseerde het architectenkoppel twee gebouwen als een membraan tussen de zee en de vrije natuur errond. “Gasten kijken wel eens raar op als er plots apen opduiken in de tuin.” Hoe dichter je bij het water komt, hoe meer je de wind voelt aanzwellen. Zandkorrels stuiven op. Golven bijten zich stuk op de donkere rotspartijen die vanaf het strand de zee doorklieven. “Een beetje wind moet je er op deze plek altijd bijnemen”, zegt Wendy Saunders. “We zitten hier op een zucht van Dikwella, een van de belangrijkste surfspots in de buurt.” Die buurt is het uiterste punt in het zuiden van Sri Lanka. Mangrovewoud vloeit er over in honingkleurige stranden. Vissers zitten er op palen in het water, terwijl hun sloepen rondslingeren tussen de palmen. Een beeld dat ook aanwezig is in het afgelegen baaitje in Kottegoda, waar Saunders en haar man Vincent de Graaf vorig jaar een dromerige vakantievilla bouwden. Beiden zijn de drijvende kracht achter AIM Architecture, een Belgisch bureau dat werkt vanuit Shanghai. Tien jaar geleden reisden ze voor het eerst naar Sri Lanka. Sindsdien is het koppel verliefd geworden op het land. “Vanaf de eerste kennismaking heeft Sri Lanka ons betoverd, ook op architecturaal vlak”, vertelt Vincent de Graaf. “Iedereen kent Geoffrey Bawa en zijn tropisch modernisme. Maar als je even verder kijkt, is er zoveel kennis en ambacht aanwezig. Vrij snel waren we het erover eens dat we er ooit iets wilden proberen. Uiteindelijk zijn we tijdens een van onze trips op dit stuk grond gestuit: een tropisch bos aan het strand, waar een oude visserswoning stond. Toen we het kochten, was het nog onzeker wat we precies wilden doen. Het finale idee heeft pas later vorm gekregen, nadat een bevriend architectenkoppel interesse toonde voor ons project. De man, Peter Eland, runt inmiddels de architectuurdivisie bij Norm Architects in Kopenhagen, waardoor het uiteindelijk een Belgisch-Chinees-Deens onderonsje is geworden.”

 

Twee karakters

K House, zoals het project gedoopt werd, bevindt zich aan het einde van een groene laan, genesteld in een wilde tuin met palmbomen en weelderige vegetatie. Af en toe merk je het geritsel van dieren tussen het gebladerte. “Normaal gezien hangt hier ook altijd een leguaan rond”, glimlacht Vincent de Graaf. “Geen nood, die doet niets. Maar vanaf het begin was dit wel het grote uitgangspunt: de woning moest zich aanpassen aan de natuur en niet omgekeerd. Bezoekers zijn soms verbaasd als er plots apen opduiken rond de huizen. Dat is even wennen, maar die directe confrontatie maakt mee de beleving uit van dit project.” De link met het landschap is door de architecten heel subtiel benaderd. De vakantievilla bestaat uit twee hoeveachtige structuren: East House en West House, die samen een L vormen rond een gemeenschappelijke tuin met zwembad. “Elk gebouw heeft een eigen karakter en energie, en maakt op zijn manier connectie met de natuur: het ene is heel extrovert, het andere eerder introvert”, legt Wendy Saunders uit. Het oostelijke pand topt een heuvel en opent zich integraal naar de Indische Oceaan. Daar staat het buitenleven centraal. Grote buitenruimtes en terrassen inviteren de natuur in het gebouw. Je doucht er ook in open lucht met zicht op een privétuin. Het westelijke huis ligt dan weer parallel met de zee, teruggetrokken en meer beschut door de bomen. De leefruimtes zijn meer besloten, al ontstaan er langs vouwdeuren ook prachtige doorzichten naar de tuin, met het opspattende water als orgelpunt. “De positie van de originele visserswoning is bepalend geweest voor de inplanting”, verduidelijkt de Graaf. “Volgens de tsunami-wetgeving moeten nieuwe gebouwen minimaal 30 meter van de strandlijn staan. Het oude gebouwtje stond veel dichter. Door die footprint te gebruiken, konden we de beleving van de oostelijke woning heel dicht bij de zee brengen. Het verschil in setting met het andere huis zorgt voor een aangename dynamiek: er is voldoende plaats om samen te zijn met je compagnie, maar ook om even te ontsnappen aan elkaar.”

 

Textuur en tactiliteit

De huizen liggen een stap hoger dan de tuin, de slaapkamers verheffen zich op hun beurt ten opzichte van de terrassen. Het zijn hoogteverschillen die nuance aanbrengen in de schijnbaar onbelemmerde verbintenis tussen binnen en buiten: je bent één met de natuur, maar in huis zit je ook veilig en beschermd. Een idee dat ook weerkeert in het materiaalgebruik. Elementaire materialen zoals hout, steen en cement verzachten de overgang tussen gebouw en omgeving. Zo goed als alles is afkomstig van lokale ambachtslui, waaronder steenhouwers en houtbewerkers. “We hebben zoveel mogelijk de tradities van hier willen aanspreken”, zegt Vincent de Graaf. “De bouwers in Sri Lanka zijn ongelofelijke vakmensen. Het verwerken van allerlei vormen van gepolijst beton bijvoorbeeld is hier een echte specialiteit. De buitengevels, binnenmuren en -vloeren zijn daar volledig mee bekleed.” De grijze gevels combineren met gerecyclede terracotta pannen op het dak. Louvredeuren van inheemse teak en granieten terrassen vervolledigen het gevelbeeld. Glas is er niet gebruikt, aangezien het klimaat vraagt om ventilatie. Al die elementen samen verlenen de huizen een bijzondere sfeer en tactiliteit, die nog worden versterkt door de schaduwtekeningen vanaf de tuin. “We werken bewust met weinig materialen die we tonen zoals ze echt zijn: puur, minimaal bewerkt”, aldus Wendy Saunders. “Die verschillende texturen blenden heel mooi met elkaar: je hebt het ruwe graniet nodig om het gladde cement optimaal tot zijn recht te laten komen.” Ook binnen valt de combinatie op van structuren en texturen, van lokaal ambacht en inheemse traditie. Teakhouten banken, tafels en stoelen met geweven rieten zittingen werden allemaal ter plaatse gemaakt. Objecten, kunst en decoratie voegen een extra dimensie toe: lokale schilderingen, in de buurt gevonden houtblokken, ronde gewassen stenen, houten schalen. Vincent de Graaf: “Het zijn details als deze die ziel brengen in een ontwerp. Objecten zoals de stenen en schalen geven het een menselijk aspect, los van het grote gebaar van de architectuur. Ze voegen een extra laag toe die de huizen op een organische, ongedwongen manier in de natuur plaatst.”

 

Tekst: Bart De Maesschalck
Foto’s: Jonas Bjerre-Poulsen

 

AIM Architecture
5F, 77 Fenyang Road – Xuhui District, 200031 Shanghai
t. +86 21-63805995
info@aim-architecture.com – www.aim-architecture.com