Areal Architecten

Areal Architecten

In de Antwerpse haven is DP World momenteel bezig met de totale herinrichting van zijn terminal. Door het stijgende containerverkeer is er al even nood aan extra overslagcapaciteit. Alleen is de ruimte in de haven beperkt, waardoor er zich tal van verschuivingen in de huidige infrastructuur opdringen. In totaal investeert de terminaluitbater de komende jaren een slordige 200 miljoen euro om tegen 2025 plaats te maken voor zo’n 900.000 extra containers. De eerste horde die in die optiek genomen werd, was de afbraak en verhuis van de oude operationele zetel aan het Deurganck-dok. Die was ooit opgericht in de buurt van de kade, maar nam steeds meer waardevolle plaats in. Sinds het najaar van 2021 pronkt er een gloednieuw gebouw op een boogscheut van de oude locatie. Het ontwerp is van Areal Architecten dat een bijzonder staaltje architectuur uit de hoge hoed toverde. De nieuwbouw wordt gekarakteriseerd door een strak geritmeerde, koperkleurige glazen gevel als de abstracte weergave van gestapelde containers en wordt via een brug van twee verdiepingen verbonden met een parkeertoren.

Dubbele brug
De vorm en expressie van het nieuwe ops-gebouw zijn grotendeels te danken aan de op zijn zachtst gezegd opmerkelijke context. Het pand haalt zijn morfologie en architecturale kracht vooral uit de beperkingen van de site. Er werd een stuk restgrond gekozen waar verder geen enkele andere bestemming aan gegeven kon worden. Alleen betrof het een ingewikkeld terrein, waar de architecten met tal van factoren rekening moesten houden. Hoogspanningslijnen, spoorbundels, wegen, tunnels, water- en gasleidingen, stuk voor stuk bemoeilijkten ze de inplanting van het gebouw. ‘Al die verschillende infrastructuren definiëren een soort van driehoek waar op het eerste gezicht onmogelijk op gebouwd kon worden’, licht architect Thomas Cols toe. ‘Uiteindelijk hebben we het complex over de rijweg heen gebouwd, bovenop het doorgaand terminalverkeer. In het midden van het pand is een uitsparing gemaakt om de veiligheidsafstand te behouden met de hoogspanningskabels. Daar is overigens van de nood een deugd gemaakt en een groot dakterras ontworpen met een uitzicht over de hele terminal. De lastigste opdracht was evenwel een toegang naar het gebouw te creëren. In de eerste plaats omdat de lagergelegen parking aan de andere zijde van de omheining over het spoor ligt. In de tweede plaats omdat het gebouw bedoeld is voor diverse types gebruikers die voor verschillende fluxen zorgen. Ik beschouw het gebouw in die zin eerder als een transferium, waar een constante flow is van in- en uitgaand mensenverkeer.’

Vooral de instroom van havenarbeiders en andere werknemers of bezoekers moest om praktische redenen zoveel mogelijk gescheiden worden. Het gelijkvloers en de eerste verdieping zijn hoofdzakelijk bedoeld voor de havenarbeiders en het operationeel personeel. De tweede en derde verdieping voor het administratief personeel, management en bezoekers. Om de instroom logisch te begeleiden, is er daarom een stalen dubbeldekbrug geplaatst die vanaf een parkeertoren over het spoor heen loopt en zo een verbinding maakt met de eerste en tweede verdieping van het gebouw. ‘Als je alles samenlegt, kan je dus stellen dat het project is opgevat als een dubbele brug: eentje over de rijweg, en eentje over het spoor’, geeft Thomas Cols nog mee.

Koperen gevel knipoogt naar dok Het gebouw heeft een industriële uitstraling die perfect past in de harde havenomgeving. Tegelijk oogt het fragiel en delicaat door de strakke ritmiek van het schrijnwerk en de schijnbaar fijne belijningen. ‘De buitenschil is als vliesgevel uitgevoerd’, legt Thomas Cols uit. ‘De brons geanodiseerde aluminium profielen refereren aan de sfeer van de haven. Zelfs het glas heeft een bronskleurige HP coating. Bovendien verspringt de gevel over de lange zijden met ongeveer twintig centimeter ter hoogte van elke verdieping. Daarbij beweegt de ene gevel enkele stappen naar voren en de andere naar achteren. Met wat verbeelding lijkt het gebouw te bestaan uit gestapelde containers. Op subtiele wijze verwijzen de verschuivingen in het gevelpatroon naar de stapelingen in de haven. Een opmerkelijke vorm die de herkenbaarheid vergroot. De bedoeling was altijd dat het gebouw dag en nacht herkenbaar moest zijn voor personeel en bezoekers. Er zijn lichtlijnen geïntegreerd in de schrijnwerkgevel, waardoor de architectuur ook ’s nachts zichtbaar blijft.’

Indeling
Op het gelijkvloers bevinden zich onder meer een cafetaria en lockers voor de ruim vijfhonderd havenarbeiders. De drie verdiepingen erboven bestaan grotendeels uit kantoren en vergaderzalen voor de eigen administratie, de operationele bedienden en het management. Alle ruimtes scharen zich rond twee betonkernen die de verticale circulatie sturen. Bijzonder is dat het beton in het zicht is gebleven en een specifieke belijning kreeg die de hele circulatie een eigen identiteit en karakter geeft. Doorheen het hele gebouw is overigens gebruik gemaakt van het ruwbouw-afbouwprincipe om de industriële havensfeer te versterken. Betonnen kolommen en kanaalwerk blijven zichtbaar, terwijl de betonnen plafonds bekleed zijn met vilten lamellen die de akoestiek verbeteren. ‘Techniek en architectuur komen in dit project heel dicht tot elkaar. Ze vormen in feite één geheel’, vertelt Thomas Cols. ‘Door innovatieve verwarmingstechnieken is het gebouw uiterst energiezuinig. In de eerste plaats is er gekozen voor een gelaagde gevel met zonwerende beglazing. De zonnetoetreding wordt tot een minimum beperkt, terwijl er op elke verdieping wel een royaal zicht is op de site en activiteiten. Daarnaast maakt het gebouw gebruik van zonnepanelen, een warmtepomp en betonkernactivering. De thermische massa van de betonconstructie wordt daarbij gebruikt om te verwarmen en koelen. In het plafond zijn leidingen geplaatst waardoor een gekoelde of verwarmde vloeistof stroomt die haar energie langzaam afgeeft aan het beton en vervolgens aan de ruimte. Het is een erg flexibel systeem dat het binnenklimaat reguleert en een hoog basiscomfort garandeert. De thermische massa van beton leidt tot thermische stabiliteit in de ruimte. Bij een temperatuurverschil tussen de constructie en de omgeving treedt een zelfregelend effect op. Het resultaat is een aangenaam binnenklimaat, dat perfect voldoet aan de huidige comfort- en energie-eisen.’

 

Tekst: Bart De Maesschalck
Foto’s: Tim Van de Velde

 

Areal Architecten
Albert Claudestraat 12 / 014 ı 2018 Antwerpen
03 455 38 99
info@arealarchitecten.be ı www.arealarchitecten.eu