jo taillieu architecten

jo taillieu architecten

Behouden wat goed is en daar een meerwaarde mee creëren, zowel voor huidige als eventueel wijzigende functies in de toekomst. Dat is wat jo taillieu architecten deed met Paddenbroek, een in veel opzichten bijzonder project. Zo doet het ons ook nadenken over onze vaak te snelle reflex om naar nieuwbouw te grijpen. en oude hoeve in het mooie Pajottenland met bijhorende fruitboomgaard, ziedaar de context van dit project. Vroeger in private eigendom en nadien werd die aan de gemeente overgedragen en gebruikt als natuureducatief centrum. In het voormalige woonhuis werd er vergaderd, onder meer door de lokale afdeling van Natuurpunt en er werd natuurgebonden recreatie voor scholen georganiseerd. Om al die activiteiten op een volwaardige manier te blijven organiseren, voldeed de bestaande infrastructuur niet meer. De opdracht van de wedstrijd suggereerde een nieuwbouwproject op dit perceel dat aan alle hedendaagse normen en comfort voldeed. Door tegen de verwachtingen in voor renovatie te kiezen en dat onder een glazen stolp te plaatsen, behield jo taillieu architecten de ziel van het bestaande, werd er interessante overdekte buitenruimte gecreëerd en verminderden ze tegelijkertijd de vraag naar dure technieken en afwerkingen. Een win-win dus. Jo Taillieu: “Door te vertrekken van het bestaande krijg je al heel veel gratis. Het is wel essentieel dat je goed kijkt om er kwaliteiten in te zien die je anders bij nieuwbouw zelf moet toevoegen. Zoals dat gebruikelijk was bij die landelijke architectuur had je een kwalitatief woonhuis, een degelijke schuur ernaast en vervolgens bijgebouwen van steeds mindere kwaliteit. De sleutel tot het basisidee ontstond toen ik er op bezoek was en kinderen in diverse groepjes buiten zag eten. Dat beeld was bepalend en daarom besloot ik samen in te schrijven met een studiebureau, gespecialiseerd in integrale duurzaamheid, dat mee zou nadenken over het architecturale ontwerp. Niet om duurzame technieken te integreren, maar net om de vraag ernaar te minimaliseren.”

Tot grote vreugde van jo taillieu architecten ging de gemeente mee in hun verhaal om de vraag op die manier te beantwoorden. Zo konden ze samen met Daidalos Peutz een zinvol duurzaam project realiseren. Dat begon dus met de vraag wat er van de bestaande constellatie behouden kon worden. De kwalitatief slechte gebouwen werden afgebroken, wat potentieel had bleef bewaard. Zoals het hoofdgebouw, de sokkel van de schuur en de bakoven die werd gerestaureerd. Van wat is weggenomen, zijn de contouren bewaard in de vorm van minieme tuinmuren. Die kunnen als zitbanken fungeren en als tuinkamers zijn ze getuige van het verleden. “En heel belangrijk, refererend naar het beeld waarmee alles begon, zochten we naar een manier om een tussenklimaat te maken. Zodat die kinderen ook bij slecht weer van hun lunch kunnen genieten én van het omringende landschap. Dat was onze insteek om de gemeente meer te geven dan het gevraagde programma. Vandaar de tweede laag in een klassieke serreconstructie die we toevoegden. Die glazen schil rond de gebouwen zorgt voor dat tussenklimaat en daardoor hoef je niet alles te klimatiseren, enkel wat nodig is. Door de rijke lichtinval en het gevoel dat je buiten vertoeft, accepteert een mens ook andere klimaten. Dat is tot in het detail doorgetrokken door in die tussenzone bijvoorbeeld met buitenverlichting te werken.”

De vormgeving van de serreconstructie is het gevolg van een hertekening van de bestaande plek. Een grote gevel aan de noordzijde, aansluitend bij de hoge gebouwen, en afbouwend in een sheddak typologie richting het zuiden. Die brengt telkens het aangename noorderlicht binnen en houdt de hevige lichtinval vanuit het zuiden tegen. Daarop liggen ook de zonnepanelen. Over de werking van de serreconstructie is samen met Daidalos Peutz lang nagedacht. Een systeem van natuurlijke ventilatie met nachtspoeling via openschuivende delen zorgt ervoor dat het geheel binnenin niet te veel dreigt op te warmen. Vandaar ook enkel glas waardoor er geen actieve koeling nodig is. De rest wordt met eenvoudige binnenzonwering opgelost.

Meer geven dan er gevraagd werd, deed het ontwerpteam ook binnenin. Zo liet de constructie toe om een extra grote flexibele ruimte te maken onder de dakplaat van de vroegere schuur. Niet geklimatiseerd maar met een geweldig zicht op de omgeving biedt deze ruimte een absolute meerwaarde. Wanneer het niet te koud is, kunnen er kleinere events of tentoonstellingen georganiseerd worden. De ruimte is zowel met de trap als met een lift bereikbaar en ook verbonden met de vergaderzaal op de verdieping van het voormalige woonhuis. Op het gelijkvloers zijn er in het woonhuis drie individuele kantoren en een kitchenette, in de voormalige schuur bevindt zich een cafetaria, sanitair en de technische ruimte. In de gerestaureerde bakoven kan er nog steeds brood gebakken worden, maar vinden er ook workshops plaats.

Door de serreconstructie kon er ook anders omgegaan worden met afwerking en materialisatie. Daardoor kon een groot deel van de oude muren blijven staan. Waar nodig werd er geïsoleerd en afgewerkt met een leembepleistering. De nu binnenmuren werden dan wel behandeld als buitenmuren, doordat ze zich van afwatering niets hoefden aan te trekken, konden er fijnere detailleringen toegepast worden. Zoals bijvoorbeeld met de leien als dakafwerking die niet hoefden afgeslepen te worden. De serreconstructie zelf heeft door overmaatse en duidelijke toegangsdeuren een grote doorwaadbaarheid. Licht en zicht is gevrijwaard en in tegenstelling tot wat je van een glazen dak zou verwachten zorgt het volledig absorberend plafond met zwart geschilderde Heraklith houtwolcementplaten voor een aanvaardbare akoestiek. Met een nieuwe balkenstructuur op de bestaande houten vloer wordt ook in de kantoren een aangename akoestiek verkregen. Bovendien komt de vloer daarmee op dezelfde hoogte van de toegevoegde flexibele ruimte. In de voormalige leefruimte die werd opgedeeld, werd de noodzakelijke structuur voor de tussenwanden meteen ingezet als kastenwand voor beide ruimtes. De blauwe evacuatietrappen zijn heel herkenbaar. Om daarop aan te sluiten binnenin werd de lage gele balustrade in dezelfde materialisatie voorzien met fijne details zoals cirkelvormen en afgeronde hoeken. Het vormt een evenwichtig pallet met de witgelakte staalstructuur binnenin en de witte aluminium structuur van de buitengevels. In materialen is dus gezocht naar een balans in efficiëntie en design.

In Paddenbroek leeft de ziel van het oude verder en schrijft zich in een nieuw verhaal in. Maar waar de gebouwen voorheen introvert waren georiënteerd, communiceert het geheel nu heel open met het omliggende landschap. De leesbaarheid van de activiteiten is heel groot en meteen zichtbaar wanneer je aankomt. In de vergaderzaal, nu op de eerste verdieping maar vroeger in de leefruimte beneden, treedt het glooiende Pajottenland als het ware naar binnen. En ’s avonds zie je van buitenaf letterlijk de activiteiten voor je afspelen. Gebouw en landschap werken mooi samen en voor het natuureducatief centrum is het een communicatiemiddel bij uitstek. “Het wordt heel intensief gebruikt en door zijn flexibiliteit kan het een hele waaier aan activiteiten aan. Maar de generositeit van het project gaat nog een stap verder omdat het toelaat in de toekomst ook andere functies te herbergen. Denken aan morgen wanneer je vandaag ontwerpt vinden wij heel belangrijk. En dat in een architectuur die bij zijn context en het landschap past. In dit geval was dat een eerlijke en dienende architectuur.”

Foto’s: Filip Dujardin

 

jo taillieu architecten
www.jotaillieu.com