Stéphane Beel Architects
Bijzonder appartementsgebouw lokt mensen terug naar de stad
Mechelen is een bruisende stad die de laatste jaren heel wat positieve ontwikkelingen doormaakte. Tal van initiatieven in diverse sectoren moeten van de stad een waardig alternatief maken voor omliggende grootsteden als Antwerpen en Brussel. Kwalitatief wonen in de stad is er één van. Er is dan ook heel wat nieuwe stadsontwikkeling in Mechelen. In die optiek werd Stéphane Beel Architects aangezocht voor een woonproject dat de relatie tussen de Lange Schipstraat en de Dijle moest versterken en mensen moest overtuigen om terug in de stad te komen wonen. Het perceel is gelegen langs de Lange Schipstraat en geeft aan de achterkant uit op de Dijle. Een bijzondere plaats dus in het centrum van de stad met veel visibiliteit. De opdrachtgever wou een architect die goed om kon gaan met de site die in de vroegere situatie zowel aan de straatzijde als aan de oever volledig dicht was gebouwd. Daardoor voelden de straat en het Dijlepad aan als een koker waar er geen enkel doorzicht of zicht op groen was. Bovendien keken de twee gebouwen die er stonden pal op elkaar waardoor er voor de bewoners weinig privacy of kwaliteit was, aspecten die Stéphane Beel Architects net hoog in het vaandel draagt.
Dit wou de architect dus resoluut anders. De idee was dit te doorbreken en relaties te gaan creëren tussen de straat en de Dijle door niet tegen de perceelsgrens te gaan bouwen maar ze wel op te zoeken. De twee gebouwen maakten plaats voor een solitair op het perceel dat beide kokers opheft. Vanop straat krijg je nu interessante doorzichten naar de rivier en vanop het Dijlepad voel je dat er iets gebeurt door de groenbeleving van de tuinen en doorzichten naar de straat die nu plots veel meer licht krijgt. Door de solitair ervaren de bewoners veel privacy, doorzichten en een fantastisch zicht op alle torens van Mechelen. De karakteristieke vorm is ontstaan door het perceel in vier kwadranten te verdelen los van de perceelsgrenzen en het implementeren van aanzienlijke oversteken om grote buitenruimtes voor de bewoners te kunnen garanderen aan alle vier de zijden. De mooie doorzichten die je krijgt, zijn ontstaan door de footprint op het gelijkvloers zo compact mogelijk te houden en weg te blijven van de perceelsgrens, terwijl je die op de andere verdiepingen terug gaat opzoeken en naar buiten springt. Aan de kant van de oever komen de terrassen zelfs deels boven de Dijle uit.
Rekening houdend met de site en alle vooropgestelde parameters, kwam Stéphane Beel Architects uiteindelijk uit op 16 ruime wooneenheden in het solitair, verspreid over vijf bouwlagen en telkens uitwaaierend rond een kleine centrale kern. In die kern is een lift voorzien die stijgt tot op het gemeenschappelijk dakterras omgeven door een groendak. Van daaruit heb je een fenomenaal 360° zicht op de stad. Op niveau 0 zijn er twee grote appartementen, allebei met zicht op de Dijle, twee ruime fietsbergingen en een autolift. Op de -1 en de -2 is er namelijk een ruime autoparking waarvan de outline tot tegen de Dijle komt. Dit was allerminst een sinecure om te realiseren. Niveau 1 en 2 zijn kopieën van elkaar en tellen telkens 4 appartementen rond de compacte kern. Drie ervan hebben zicht op de Dijle, het andere – aan de straatzijde – is zo georiënteerd dat het enerzijds uitkijkt op een nabijgelegen park en aan de andere zijde op de Sint-Romboutstoren. Niveau 3 is gelijkaardig, met dat verschil dat er één appartement kleiner is maar anderzijds wel een groter dakterras heeft dat zich boven de uitkraging van het ondergelegen appartement uitstrekt. Op niveau 4 tenslotte is alles teruggetrokken met drie terrassen boven de uitkragingen. Hier waren oorspronkelijk twee appartementen voorzien, maar die zijn door één persoon gekocht en werden daarom herleid tot één groot appartement, ter grootte van een ruime villa.
Stéphane Beel Architects ontwikkelde op de site de inplanting, de vormgeving en de buitenomgeving. Het interieur van de appartementen werd door de klanten bepaald. De structuur van het gebouw is, vanwege de grote oversteken, opgetrokken in beton dat ter plaatse werd gestort over verschillende verdiepingen. Op die manier krijg je een muur van drie verdiepingen die als hefboom werkt voor het geheel. Daardoor kan je probleemloos de uitkragingen van zes meter halen. Door het ter plaatse te moeten doen, dienden alle openingen en ramen op voorhand bepaald te worden in het beton. Die zijn vooraf zorgvuldig met een laser uitgezet.
Om deze bijzondere vorm uiteindelijk te materialiseren, dacht Stéphane Beel Architects aan de typische handgemaakte tegels in Portugal met een lichte welving die weliswaar voor een reflectie zorgen maar geen exacte reflectie. Bij hun zoektocht naar een waardig alternatief voor deze steen die voor ons klimaat niet voldoet, kwamen ze uit bij een tegel van Bomarbre. Met deze elegante langwerpige witte gevelsteen van 10 op 30 centimeter is de volledige gevel bekleed. Die werden op de isolatie gekleefd waardoor dit pakket maximaal kon zijn zonder heel brede muren over te houden. Het geheel is niet enkel licht en luchtig door de witte gevelsteen, maar ook door de vele grote houten blokkaderramen die wit werden gelakt. Deze ramen hebben het grote voordeel dat ze grotendeels in het gevelvlak staan maar ook deels inspringen waardoor je van binnenuit het omgekeerde effect hebt. Zo krijg je een grote vensterbank waar je op kan zitten om een boek te lezen of van het zicht te genieten. De bestaande gemene muren worden ofwel geschilderd ofwel wordt een groene wand voorzien.
De gemeenschappelijke delen van het gebouw bestaan uit een vloer met terrazzo tegel en de deuren werden met houtfineer bekleed. De trappen zijn gerealiseerd met zichtbeton en naar analogie met de buitenschil zijn de wanden wit geschilderd. Het project kende diverse uitdagingen, waaronder de ondergrondse parking en de betonnen constructie. Een andere uitdaging voor Stéphane Beel Architects was alles volledig uit te lijnen met elkaar. Een detail, maar het bepaalt in grote mate het uitzicht. Zo zijn de tegels, zowel aan de boven- als aan de onderkant, uitgelijnd met de ramen maar ook met de onderzijde van de terrassen en uitkragingen. Vanbinnen zijn de schuiframen van de terrassen dan weer perfect uitgelijnd en loopt het plafond en de vloer zowel binnen als buiten volledig door. Alle terrassen hebben glazen balustrades en de vloeren zijn gerealiseerd met een neutraal grijze keramische tegel van 60 op 60.
Het gebouw wordt gekenmerkt door een fijne detaillering, veel openheid en interessante doorzichten maar met toch voldoende privacy voor de bewoners. Daar is in het ontwerp veel aandacht aan besteed. Hoewel iedereen een ruime buitenomgeving heeft en veel binnenvallend licht door de grote ramen, is de privacy van de bewoners optimaal. Dit komt door de positionering van de buitenruimtes en het werken met groendaken, bloembakken en kiezelstenen als natuurlijke afscheiding. Een glazen wand aan de straatzijde definieert de site als private ruimte maar behoudt ook voor passanten de doorzichten en relatie met de Dijle. De visie van Stéphane Beel Architects is immers dat je bij appartementen in de stad kwaliteit en openheid moet bieden gecombineerd met de nodige privacy zodat de bewoners het zich kunnen toe-eigenen. Als mensen het gevoel krijgen dat ze nergens aan moeten inboeten, zijn ze een verhuis naar de stad genegen. Dat is bij de mensen van Fonteynbrug zeker het geval. Met een gemiddelde grootte van 153m2 winnen ze vaak nog aan levenskwaliteit. En daarmee is een nieuwe stap gezet in de positieve stadsontwikkeling van Mechelen.
Tekst: Sam Paret
Foto’s: Nick Cannaerts
Stéphane Beel Architects
Poel 15 – 9000 Gent
t. 09 269 51 50
mail@stephanebeel.com – www.stephanebeel.com