Bureau Bouwtechniek – LIST – Hideyuki Nakayama Architecture

Bureau Bouwtechniek – LIST – Hideyuki Nakayama Architecture

Kunstzinnige uitbreiding Frans Masereel Centrum

Het Frans Masereel Centrum in Kasterlee is een gloednieuw paviljoen rijker. De 420m2 stervormige vleugel is een architecturaal en artistiek imposant complement voor de bestaande ronde koepel én een verademing voor kunstenaars en publiek. Het in 1972 opgerichte Frans Masereel Centrum is de grootste aanbieder van kunstenaarsresidenties in België. Het biedt een atelier en verblijf aan kunstenaars, ontwerpers en critici die werken met diepdruk, hoogdruk, zeefdruk en lithografie. Elk jaar verblijven zo’n 75 kunstenaars uit binnen- en buitenland in de huisjes naast het koepelgebouw. Je bezoekt er niet zomaar een expo, je wordt er deel van grafische kunst in al haar vormen. Een uniek concept, dat om een even vernuftige uitbreiding van de beschikbare accommodatie vroeg. Het resultaat is een architecturaal pareltje dat de groeiende ambities van het Frans Masereel Centrum weerspiegelt en toelaat om de bestaande residentiewerking en tentoonstellingsmogelijkheden uit te breiden.

 

Abstracte taart

Het nieuwe paviljoen is ontworpen door Ido Avissar van het Parijse architectenbureau LIST en de Japanse Hideyuki Nakayama, in nauwe samenwerking met de bouwkundige ingenieurs van Bollinger & Grohman. Voor het uitvoerende deel waren de architecten en ingenieurs van Bureau Bouwtechniek aan zet. De Belgische architect Jean Glibert zorgde voor de artistieke invulling. De basis voor het project was het bestaande hoofdgebouw, een koepel ontworpen door architect Lou Jansen. De ronde vorm van dat toenmalige atelier was geen toeval: je vermijdt een hiërarchische opstelling van de persen en het staat symbool voor de gelijkheid van alle kunstenaars. De uitbreiding van de koepel past ook perfect in dat plaatje. De niet-hiërarchische structuur – volgens het Japanse vrij in te vullen machikado-principe – overstijgt de normatieve opdeling van met machines gevulde ateliers en tentoonstellingsruimtes, tussen product en proces, tussen wie er werkt en bezoekt. De vorm is voor interpretatie vatbaar: sommigen noemen het een abstracte ster, anderen een taart met zes weggenomen stukken. Het recente paviljoen verbindt in die gedaante de bestaande koepel verder met het open landschap van Kasterlee. Als een aangesneden cilinder van glas, volop op het zuiden gericht, een toonbeeld van licht en luchtig.

 

Complexe structuur

Maar terug naar het begin. Want een architectonisch hoogstaand ontwerp en complexe structuur vertalen naar een vakkundige uitvoering, daar moest goed over nagedacht worden. Dat was voer voor specialisten, zoals die van Bureau Bouwtechniek, een multidisciplinair studie- en adviesbureau in innovatieve bouwtechnieken en een gevestigde waarde in de bouwsector, met name voor grootschalige projecten met een extra creatief kantje. “De glazen basiscilinder werd opgedeeld in hoekige stukken”, vertelt Eyukewe Nicolas Dogo, projectarchitect bij Bureau Bouwtechniek. “Die stukken kunnen ingevuld worden als atelier, exporuimte of een combi, en ze ontmoeten elkaar in het kloppende hart of centrale ontmoetingspunt. Deze structuur garandeert ook een rustige werk-, leer- en kijkomgeving en dat zie je helemaal als je in het middelpunt staat en doorheen de verschillende armen naar buiten kijkt. Dit is de tunnelvisie van de architecten ten top. Niet vernauwend, maar juist bevrijdend, verruimend en verrijkend. Waar je ook naar buiten kijkt, je ziet quasi telkens een ander landschapsschilderij.”  Het bouwproces was een puzzel en het uitvoerende team zorgde ervoor dat elk stukje exact in elkaar paste en connectie met het landschap maakte. De totale oppervlakte lijkt cijfermatig klein, maar toch geeft de structuur een geweldig ruimtelijk gevoel door de hoeken die zijn weggenomen.

 

Apotheose: het reciproke dak

Opvallend is het imposante houten plafond, met integratie van een witte pijl als kunstzinnige uitlating van Jean Glibert. De ganse dakconstructie is ongetwijfeld de kers op de taart van het Frans Masureel Centrum. Ze is gebaseerd op zelfdragende, reciproke frame- of Mandala-dakstructuren die al sinds de 12de eeuw gebruikt worden in de Japanse en Chinese architectuur. “Het dak was meteen ook de grootste uitdaging”, gaat Eyukewe verder. “Dat de dakstructuur efficiënt ontworpen en berekend was, stond buiten kijf. Voor de specifieke bouw zochten we een vernieuwende invalshoek en die vond de aannemer Vanhout.Pro bij Timberframing. Zo werd het dak in verschillende subelementen gemaakt en naast het gebouw gemonteerd. In totaal bedekken nu 800 solide houten balken van gelijke grootte en verdeeld over 25 lagen de machikado of het kruispunt met een doorsnede van 29 m. Het is een uiterst complexe structuur waarbij alle delen uniek zijn en elkaar beïnvloeden. Een beetje zoals de activiteiten en de mensen binnen het Frans Masureel Centrum.”

Vooral de opbouw van het dak bleek indrukwekkend. Het doel was om zo weinig mogelijk machinale bewerking te doen op de werf zelf en dat is gelukt dankzij Timberframing. Hun balken droegen een nummer en inkeping, en ze waren perfect uitgetekend en uitgezaagd in 3D. De opbouw gebeurde in verschillende (dak)zones, die naast het nieuwe paviljoen één voor één in elkaar werden geschroefd. Visueel imposant dat ontelbare kleine houten stukjes zo’n meesterwerk tot stand brengen. Wat je voelt is een ontmoeting tussen de witte muren en het imposante dak dat als het ware niet stopt bij de buitenwand. De houten structuur lijkt door te lopen en gaat op in de omgeving. Het is duidelijk dat hout een onovertroffen hoofdrol speelt. Het materiaal is het natuurlijke, verbindende element tussen de strakke wanden en de sober grijze betonvloer. Verder blijft ook het mikadogewelf niet onopgemerkt. Het doorklieft het nieuwe gebouw als een witte voile die de houtstructuur opentrekt. Dit weefsel van wit draait met je mee als je de verschillende delen van deze nieuwe plek ontmoet.

 

Een kunstwerk op zich

Eigenschappen zoals het parametrisch design, de genetische optimalisatie en de reciproke dakstructuur in hout gooien hoge ogen. Het zijn technische hoogstandjes die getuigen van knap architecten- en ingenieurswerk. Echter, om het complexe en strakke karakter te verzachten, koos de architect voor zichtbare technieken voor o.a. verwarming, verluchting en bekabeling. Bureau Bouwtechniek onderzocht de beste oplossingen voor de realisatie ervan. Die technieken zijn enerzijds in het plafond en in de vloer verwerkt, maar toch nog duidelijk aanwezig. Doelbewust, want het nieuwe paviljoen doet ook dienst als atelier. De metalen buizen weerspiegelen de imperfecte perfectie. Hier wordt gewerkt, geleefd en bewonderd.

Maar wat we vooral onthouden: het nieuwe paviljoen is als het ware een kunstwerk op zich en maakt het Frans Masereel Centrum sterk voor de toekomst. De uitbreiding verstevigt elk werkingsonderdeel, van galerie en atelier tot kenniscentrum en internationale kunstenaarstrekpleister, met respect voor de omliggende natuur. De relatie met het landschap springt erboven uit. De architectuur stuurt aan op een interactie tussen publiek en kunstenaar, doet die opdeling zelfs vervagen en promoot zo mee de democratische aard van de printkunst. Elke buitenhoek tot slot kan benut worden voor buitenexpo’s. Van een rurale kunstoase gesproken. Goed voor ontelbare bezoekers en internationale artiesten in residentie, en een bijzonder eerbetoon aan de kunstwereld. Een absoluut hoogtepunt van 2019.

Zeker een bezoekje waard!

Tekst: Katrien De Vocht
Foto’s: Jeroen Verrecht & LIST

Bureau Bouwtechniek
Kammenstraat 18 – 2000 Antwerpen
t. 03 231 53 95
info@b-b.be – www.b-b.be