Architects in Motion

Architects in Motion

WONING AR: brutaal maar bescheiden

 

Hoewel de Turnhoutse School volgens ingewijden haar eindpunt bereikte in 1973, blijft de geest van het Kempisch modernisme in de regio rondwaren. In Woning AR van Architects in Motion herleeft de stijl in een gepolijste versie, aangepast aan de tegenwoordige tijd én de vijver eromheen.

In november vorig jaar overleed Juliaan Lampens, waarschijnlijk de belangrijkste modernistische architect die ons land gekend heeft. Dag op dag één maand later architect Lou Jansen. Dat ging met minder egards en media-aandacht gepaard. Nochtans had ook hij het verfijnd brutalisme in de vingers. Net zoals Paul Neefs, Paul Schellekens en Carli Vanhout wordt Jansen gerekend tot de Turnhoutse School. Een lichting vooruitstrevende architecten die in de golden sixties in de Kempen elk een eigen versie van de stijl hadden ontwikkeld. Tijd- en geestgenoten van Lampens dus, die net zoals hij goed gekeken hadden naar tenoren als Le Corbusier, Oscar Niemeyer en Alvar Aalto. Geen van hen ontwerpt vandaag nog, maar nu en dan duikt er een nieuwbouw op waarin je duidelijk hun sporen voelt. Woning AR van Architects in Motion is er zo eentje: pure baksteenarchitectuur, zakelijk en eenvoudig, maar ook warm en groots. “Ons atelier heeft zijn dna in de Turnhoutse School”, verklaart Luc Vanhout, die er samen met Bart Janssens de leiding heeft. “AIM is min of meer de natuurlijke voortzetting van Atelier
Vanhout & Schellekens.”

 

Verfijnd brutalisme

Woning AR is “verfijnd brutalisme”, zoals Luc Vanhout het zelf noemt. Simpele, vereenvoudigde vormen doen het gebouw uitblinken in soberheid. In de belijning lees je invloeden van Le Corbusier tot het Braziliaans en Scandinavisch modernisme van midden twintigste eeuw. Een lang gesloten balkvolume gaat via een verticale glaspartij over in een toren. Daar zit de overdekte inkom discreet weg achter een tuinmuurtje. Donkere baksteen combineert met brons geanodiseerde ramen. Materialen worden getoond zoals ze zijn en gereduceerd tot een rudimentair en essentieel gegeven. “Architectuur als deze verdraagt geen decor. In een gevel mag je hooguit vier of vijf materialen zien en de dakrand is er daar één van”, aldus Vanhout. Binnen loopt het donkere paramentmetselwerk van de gevel gewoon door in de inkom. Het is pas als je de leefruimte nadert dat de baksteen verandert in witte muren en de verfijning begint. “Ons eerste voorstel was om het metselwerk overal te laten terugkomen. Oorspronkelijk zou dit een vakantiewoning worden. Wij hadden een primair, bijna cage-achtig gebouw in gedachten. Maar uiteindelijk wilde men er een volwaardige gezinswoning van maken. Om een huis aangenaam en leefbaar te houden, moet je het brute ergens breken met verfijnde hedendaagse materialen. Hier is gekozen voor natuursteen, wenge en fineer. Al de rest is in feite materiaalloos: glas, witte wanden en kasten. Het grote gebaar van de architectuur is rauw, maar daarbinnen is er heel puur en subtiel gewerkt.”

 

Museale wandeling in assenkruis

De robuuste en besloten architectuur van de gevel staat in schril contrast met de openheid binnenin. De woning kijkt achteraan uit op een gigantische vijver. Aan dat indrukwekkende uitzicht is het complete ontwerp opgehangen. Op het gelijkvloers ontvouwen alle woonfuncties zich rond twee zicht- en circulatieassen die elkaar kruisen ter hoogte van de inkom. Zodra je binnenkomt kan je in alle richtingen door het gebouw wandelen en kijken, van voor naar achter en van links naar rechts. Dat traject krijgt zelfs een museaal kantje. “We wilden dat een verplaatsing door de woning een belevenis is, zowel horizontaal als verticaal”, zegt Vanhout. “De perspectieven leiden overal naar de natuur. Maar je kijkt niet enkel naar buiten, het uitzicht eindigt ook op iets interessants. Op het einde van de circulatielijnen is er extra ruimte voorzien voor een eyecatcher. De trap bijvoorbeeld heeft bewust open treden. Terwijl je naar boven gaat ontdek je de ruimte, het landschap én wat er ophangt aan de muren.” Structurele opdelingen gebeuren door glazen deuren, louter omwille van temperatuur en akoestiek. Living, keuken en eetplaats vormen één grote ruimte, volledig georiënteerd op het water. Vaste oversteken begeleiden de zoninval en helpen het zicht te bewaren. Ze zijn zo ontworpen dat de zon in de zomer buiten gehouden wordt, maar in de tussenseizoenen wel binnenvalt. “Het huis moest kunnen functioneren zonder zonneschermen”, legt Luc Vanhout uit. “Vaak zie je ontwerpen met veel glas, waarbij alles gedaan wordt om de zon buiten te houden. Screens plaatsen is het ergste wat je kunt doen: ze nemen niet alleen de zon, maar ook je zicht weg. Aan de hand van een zonnesimulatie hebben we bepaald hoever de luifel moest uitsteken om oververhitting te beperken, maar ook voldoende zonnetoetreding te hebben op de momenten dat het wel aangenaam is.”

 

Dualiteit

Aan het werkeiland kan je ontbijten en aperitieven, met zicht op de vijver. De avondhoek in wenge zit dan weer enkele trapjes hoger dan de rest van de leefruimte, om ook vanuit de zetel het uitzicht te bewaren. Daarnaast is er een zitbank voorzien aan het raam als een soort van uitkijkpost over het landschap. Het volume loopt schijnbaar in het raam door tot buiten waar het gespiegeld wordt als een buffetkast. “Binnen en buiten gaan gewoon in elkaar over. Via grote schuiframen kan je twee derde van de leefruimte openzetten, zodat het verschil tussen interieur en exterieur heel miniem wordt”, aldus Vanhout. Terwijl op het gelijkvloers diepe perspectieven zorgen voor transparantie, wordt de eerste verdieping eerder afgeschermd. Luc Vanhout: “Het slaapgedeelte is een apart verhaal. De masterbedroom bijvoorbeeld is opgevat als een slaapcel waar niets anders staat dan een bed. Je komt binnen in de dressing, een soort van doorgangsruimte met kasten, die uitgeeft in de badkamer. Daarna ga je slapen. ’s Morgens maak je de omgekeerde beweging. Je wordt wakker met de vijver en de opkomende zon. In de badkamer hetzelfde beeld. Dat is de hele bedoeling: het initiële idee van een vakantiehuis is een gezinswoning geworden, maar het vakantiegevoel is gebleven.”

Tekst: Bart De Maesschalck
Foto’s: Hendrik Biegs

 

Architects In Motion
Parklaan 146 – 2300 Turnhout
t. 014 41 32 32
info@architectsinmotion.be – www.architectsinmotion.be