BEEL Architecten

BEEL Architecten

Campus Diepenbeek UCLL kampte met een gebrek aan identiteit en met een amalgaam aan gebouwen die zich te veel als eilanden gedroegen. Om als een hedendaagse universiteit verder te kunnen en een zekere toekomst te genieten, waren diverse ingrepen nodig. Met een langgerekte verbindende sokkel en een iconisch mediatheekgebouw erbovenop, zorgde BEEL Architecten voor én een duidelijke organisatie én een eyecather. Symbool voor de levendige en innoverende campus die Diepenbeek wil zijn.

De universiteitscampus, opgericht in de jaren ’70, kende diverse gebouwen die alzijdig verspreid waren over de site. Daaronder ook een onthaalvolume in het hart dat haar positie te weinig benutte en noodzakelijke circulatie en interessante interactie belemmerde. Vandaag wordt van een campus ook meer gevraagd dan louter een plek waar je kan studeren, het is als het ware een ministad in de stad. Een nieuw programma drong zich daarom op voor Diepenbeek. De vraag naar een polyvalente ruimte, een centrale mediatheek, een studielandschap en diverse auditoria, klaslokalen en vergader- en kantoorruimtes, kon niet alleen binnen de bestaande bebouwing worden gerealiseerd. Dit boeiende project waarbij de architect een zekere vrijheid kreeg om de grenzen te bepalen, omvatte uiteindelijk zowel nieuwbouw als renovatie en herbestemming.

BEEL Architecten werd vooral geloofd omwille van zijn gebaar om de diverse eilanden op de site visueel of fysisch met elkaar te verbinden. Karel Willems: “We wilden een levendige campus creëren waar ontmoeting tussen studenten en personeel en zelfs externen gestimuleerd werd. Nu ontbrak de beleving en verliep alles ongestructureerd. Om op zijn minst een goede organisatie, wayfinding en duidelijke circulatiestromen te creëren, was een sterk gebaar nodig dat orde schept in het geheel. Dat in de vorm van een centraal gelijkvloers en polyvalent nieuwbouwvolume dat als een duizendpoot alles verbindt en in de toekomst nog verdergezet kan worden indien gewenst.”

Het gevraagde programma bestond uit een polyvalente ruimte die onder meer voor evenementen of diploma-uitreikingen gebruikt kon worden, een centrale mediatheek ter vervanging van verschillende kleine bibliotheken verspreid over de campus, een plek met ruimte voor klaslokalen en auditoria, een studielandschap voor de studenten en diverse vergader- en kantoorruimtes. Een campus heeft nood aan een heldere en logische structuur zodat zowel studenten als personeel en bezoekers heel snel hun weg vinden op de site. Door het nieuwe gebaar en een reorganisatie slaagde BEEL Architecten in dit opzet. Na een analyse van het programma kwamen ze tot een organigram met vier vitale functies: communiceren, doceren, organiseren en ontmoeten. Een logische benadering die het uitgangspunt vormde van het ontwerp. Het kloppend hart is de foyer, ontmoetingsplek bij uitstek. Als polyvalente ruimte kan die diverse invullingen krijgen. Dit is de nieuwe draaischijf voor de studenten: hier kunnen ze elkaar ontmoeten, vergaderen en activiteiten organiseren en bijwonen. Je bereikt de foyer via de hoofdtoegang die duidelijk is aangegeven in de sokkel. Van daaruit wordt de circulatie gestroomlijnd richting de andere vitale functies. Onder organiseren valt de frontoffice met administratie en die vinden de studenten in het kleinere volume vlakbij de ingang. In de backoffice op de verdieping huizen de leerkrachten en directie. Alles wat met doceren te maken heeft – leslokalen en auditoria – is ondergebracht in een nieuw torenvolume terwijl de vergader- en kantoorruimtes, het studielandschap en de centrale mediatheek onder communiceren vallen en aan de andere kant zijn voorzien, eveneens in een nieuwbouwvolume. Op die manier ontstaat er een duidelijke leesbaarheid voor iedereen, zowel buiten als in de campus.

De foyerruimte is heel open en transparant waardoor die sterk interageert met de omgeving. In een ontmoetingsplek als deze is licht en zicht essentieel. Daarom werd er op strategische plaatsen telkens een hap uit het volume gehaald. Zo ontstaat een leuke binnentuin op het knooppunt tussen de mediatheek, de bestaande refter en een auditorium. En bij de uitbreiding van het restaurant werd een serredak voorzien. Om de centrale mediatheek vorm te geven, koos BEEL Architecten voor een ellipsvormige glazen toren die tegelijkertijd door zijn specifieke architectuur een landmark in de omgeving werd en de UCLL haar identiteit gaf. Het bijzondere uitzicht dankt het ook aan het inventieve ruitpatroon op de geëmailleerde glazen gevels. Dat werd gevormd door een folie met pixels die bovendien als extra zonwering fungeert en toch het zicht van binnenuit niet belemmert. Het bijzondere gebouw is opgebouwd met dragende kolommen die zich net achter de glazen gevels bevinden en betonnen vloerplaten op stalen liggers. Die kolommen dragen af naar een centrale betonnen kern waarin de circulatie zit die alle verdiepingen verbindt. Via doorsteken krijg  je een vrij plan naar enerzijds het nieuwe studielandschap op de eerste verdieping, werkplekken op de tweede verdieping en dan de mediatheek zelf verdeeld over de twee  bovenste verdiepingen. De specifieke ellipsvorm voel je ook in de foyerruimte op het gelijkvloers door de balk in het plafond die zwart werd geschilderd.

Het witte torenvolume met op het gelijkvloers één groot opdeelbaar auditorium en boven leslokalen, een kleiner auditorium, ontspanningsruimte en coffee corner boven elkaar  gestapeld is dan weer rechttoe rechtaan  architectuur, traditioneel in beton die ook binnenin grotendeels zichtbaar bleef. In beide torens bevindt zich een centrale trappenkern die alle verdiepingen met elkaar verbindt zoals een waterval. In de lessentoren komt dit door de schuine lijnen ook in de gevel manifest naar voor. In beide volumes zijn – hoewel ze een compleet andere verschijningsvorm hebben – glas en beton de hoofdmaterialen. Het zijn dan ook afwerkingsmaterialen die duurzaam zijn en naar onderhoud op lange termijn best passen in deze context. De lessentoren kreeg een afwerking met witte gevelbepleistering langs drie zijden. Voor de andere zijde met de schuine lijnen werden blinkende tegels toegepast in halfsteensverband, als herkenningspunt en omwille van een betere afwatering.

Tussen de twee grotere volumes vinden we een deels gerenoveerd kleiner volume waarin administratie en directie ondergebracht zijn. De gelijkvloerse duizendpoot die alles verbindt vormt een leesbare sokkel voor die drie volumes en raakt ook aan een vierde volume, de bestaande refter. Hierdoor krijgt ook de bestaande bebouwing een nieuwe betekenis. Die structurerende drager werd aan de buitenkant met een gewone pleister en aan de binnenkant met een cementpleister afgewerkt waardoor je de sokkel zowel binnen als buiten sterk voelt. Een bijkomend voordeel van de opdeelbaarheid van de belangrijke functies is dat je bepaalde delen kan afsluiten indien nodig, bijvoorbeeld wanneer er ’s avonds een event gepland is in de grote foyerruimte die gelinkt is aan het restaurant.

Een hedendaagse campus is ook een duurzame campus. Een BEO-veld op de site zorgt voor de bevoorrading van warmte en koelte, een goede oriëntatie en vormgeving beperkt de opwarming. Waar nodig kunnen screens of lamellen als zonwering fungeren in de lessentoren of het restaurant. Er is ook ingezet op een goede akoestiek. Onder meer via akoestische wanden in de lessentoren. Tapijt en vilten wanden in de auditoria in een donkere kleur zorgen samen met de gerecupereerde houten stoelen bovendien voor warmte en gezelligheid. Hetzelfde geldt voor de foyer waar tijdens events gordijnen gebruikt kunnen worden om zones af te bakenen. Met verder nog een goede isolatie, vloerverwarming, ventilatiesysteem D en warmterecuperatie en topkoeling via het BEO-veld haalt de campus een E-peil van 40. “De moeilijkheid was een programma te integreren op een amorfe site en er organisatie in te brengen zodat het optimaal werkt. En wat de campus vooral nodig had was een duidelijke beeldtaal. Met die verbindende drager wisten we in één beweging alles op te lossen. Bovendien voegt die structuur toe waarop ze kunnen verder bouwen. En via de architectuur, vooral dan van de mediatheek, krijgt de campus een gezicht. Dat is de kracht en essentie in dit project.”

Foto’s: Stijn Bollaert

 

BEEL Architecten
www.beelarchitecten.com