Callebaut Architecten

Callebaut Architecten

Het Predikheren, een kloostercomplex in Mechelen uit de zeventiende eeuw dat sinds 1975 leeg stond, leeft weer. En hoe, want meer nog dan een nieuwe stadsbibliotheek zoals vooropgesteld, is het een inspirerende plek waar ontmoeting wordt gestimuleerd, waar je op adem kan komen en waar nieuwe verhalen ontstaan. De oude verhalen uit het verleden van het pand – naast een klooster is het ook een kazerne geweest – blijven dan weer subtiel aanwezig dankzij Callebaut Architecten dat het Predikheren ruïneus restaureerde.

 

De bouw van het barokke klooster Predikheren startte in 1657 en verliep daarna in meerdere fases. In de 18e eeuw, nadat de laatste kloosterlingen waren verdwenen, werd het ontwijd. Nadien nam het verschillende rollen op zich: legerkazerne met een groot wapenarsenaal, militair hospitaal, school en opvangtehuis voor arme bejaarden. In 1975 kwam het leeg te staan en ondanks dat het in 1980 beschermd werd, gebeurde er decennialang niets mee. Tot in 2010, toen de stad Mechelen besloot om het zwaar verwaarloosde monumentale pand vlakbij de Dossinkazerne te restaureren en te herbestemmen tot stadsbibliotheek. De Open Oproep werd gewonnen door Korteknie Stuhlmacher Architecten (ontwerp) in samenwerking met Callebaut Architecten (restauratie) en Bureau Bouwtechniek (werfcoördinatie). Wouter Callebaut: “Al snel rijst dan de vraag hoe je omgaat met dergelijke ruïne, want het stond toch al ruim 40 jaar leeg. Het feit dat wij bewust de historische gelaagdheden – klooster en kazerne – hebben behouden en die een prominente zichtbare rol gaven in ons restauratieconcept, heeft uiteindelijk de doorslag gegeven. Ondanks dat de ruïneuze toestand van het gebouwencomplex ons verontrustte, is ze tegelijk karakteristiek voor die plek en aantrekkelijk, waardoor we besloten ze een ereplaats te geven als derde fase in het ontwerp voor de restauratie en herbestemming.”

 

Het team vertrok daarbij vanuit een schaarste voor de herbestemming tot bibliotheek om zo ruimte te maken voor meer. “De ruimte onder het dak volstond in oppervlakte om de bibliotheek in onder te brengen. De originele houten dakspanten maken ze ook tot één van de sfeervolste van het complex. Op die manier was er voldoende ruimte over in het klooster om aanvullende functies te herbergen. De kerk als stedelijk agora, het waardevolle binnenplein niet overkappen maar als publiek rustpunt in de stad behouden, passende horeca en kantoorruimte integreren. Ik denk niet dat bijvoorbeeld de dienst Monumentenzorg zich een betere plaats had kunnen inbeelden. Het meervoudig gebruik is zeker een troef van Het Predikheren.”

 

Het concept van ruïneus restaureren is niet nieuw, maar is hier juist toegepast. De schoonheid van het verval van de ruïne zoals ze was behouden en niet terugbrengen naar één bepaalde periode uit de geschiedenis van het pand, was een bewuste keuze van het team. “We besloten enkel bouwtechnisch in te grijpen maar wel de verschillende periodes te tonen. Dat is een andere vorm van omgaan met erfgoed, namelijk waarbij je het gebouw zelf zijn verhaal laat vertellen en laat mee kiezen hoe iets eruitziet. De groene schijn in de kloostergang en deblauwe afgewerkte sportzaal van de militairen hebben we aanvaard zoals het was na de fixatiewerken. Zelfs graffiti van militairen destijds of teksten van paters in de balken laten verhalen zien van wie er ooit leefde. We zijn blij dat de stad Mechelen ons uiteindelijk ook gevolgd is in het concept van ruïneus restaureren en het feit dat we er de Onroerend Erfgoedprijs 2020 mee wonnen, was nog eens een bevestiging.”

 

Vandaag vind je in het Predikheren een meervoudig programma wat van het pand een ware ontmoetingsplek maakt. Of ‘een plek om op verhaal te komen’ zoals de bibliothecaresse destijds in haar programma van eisen schreef. Het is voortaan één van de 21 ‘FlandersHeritage Venues’ in Vlaanderen, plekken met een grote erfgoedwaarde waar je kan samenkomen. Zo fungeert de voormalige kerk als multifunctionele locatie voor onder meer het Mechels Miniatuur Teater maar ook voor symposia, concerten en lezingen. Nog op het gelijkvloers kan je er tafelen in een sterrenrestaurant of een brasseriebezoek inplannen in de pandgang. Op de eerste verdieping werden kantoorfuncties geïntegreerd en er zijn tal van vergaderzalen – van klein tot groot – die zowel door werknemers als door externen gebruikt worden. Ook in het voormalige refectorium kan je terecht voor evenementen tot 100 personen.

 

De bibliotheek zelf bevindt zich op de bovenste verdieping en voldoet met een kinderafdeling en multimediazone aan alles wat van een moderne bibliotheek wordt verwacht. Er is ook een studiezone met dakkapellen waar bijzondere exemplaren geconsulteerd kunnen worden en die door haar intieme setting massaal door studenten wordt geboekt om te studeren. Eveneens en cours de route opgenomen in het programma is de jazzzolder. Het binnenplein wordt soms gebruikt om concerten te geven.

 

Een ruïne restaureren vergt heel veel aandacht en inspanning, zeker voor een monument als dit dat er palliatief aan toe was. In de laatste fase zeg maar, net voor het verzwolgen wordt door zwammen en insecten. Het is heel moeilijk om dat te gaan isoleren. In het nieuwe verhaal werd de muts van het gebouw op het passiefhuisprincipe gemaakt. Eronder in de actieve zone werd er intenser geïsoleerd. Er is gebruikgemaakt van een BEO-veld voor de nodige energie om te verwarmen en koelen. “Naast het feit dat we zoveel mogelijk hebben proberen behouden – restauratie is doorgaans heel veel recuperatie – hebben we bij het toevoegen houtachtige materialen gebruikt omwille van hun warme, akoestische eigenschappen. En voor zones waar nieuwe materialen nodig waren, zijn we op zoek geweest naar mogelijke recuperatiematerialen. Bijvoorbeeld de Boomse tegels die we hebben gerecupereerd uit één van onze andere projecten, namelijk de voormalige Academie in Gent. Bij het integreren van technieken hebben we vooral aandacht geschonken aan het feit dat we die altijd gemakkelijk kunnen vervangen of verbeteren wanneer die opnieuw gedateerd zijn. En wanneer we wel nieuwe materialen hebben gebruikt is dat ook duidelijk leesbaar. Zoals op die plekken waar er niets meer was en we besloten om verder te bouwen met de nieuwe steen die we in 2016 hebben laten maken, weliswaar met alle kwaliteiten van de zes verschillende soorten die we ter plaatse aantroffen. Op die manier is het nieuwe geheel dat zijn littekens toont heel leesbaar.”

 

De drie bouwfases van het klooster zie je veruitwendigd, net zoals de kapconstructie en de gewelven binnenin. In de kenmerkende kloostergangen besloot het team de militaire toevoegingen iets meer te verwijderen. Die militairen maakten van het klooster een kazerne waarbij de historische kruisramen werden verwijderd. Die strenge architectuur zie je in de gevel terug, net als de schouwen die uit die tijd dateren. “Omdat niemand het ons had voorgedaan, moesten we soms zelf een nieuw referentiekader scheppen. Die onduidelijkheid was niet altijd makkelijk. Neem nu enkele grafplaten van toenmalige kloosterlingen die door archeologen zijn teruggevonden. Omdat de militairen hun paarden en buskruit in de kerk stockeerden, haalden ze die daaruit en hergebruikten ze deze als vloer in de pandgang. Na overleg hebben we die een nieuwe plaats in de pandgang gegeven maar wel zo dat je erlangs kan wandelen en er niet overheen moet. Alle mogelijke problemen waarmee we onderweg geconfronteerd werden, hebben we dus als een opportuniteit gezien.”

 

Het Predikheren was voor Callebaut Architecten een heel leerrijk project. Vooral op het vlak van hoe je maximaal kan behouden wat er is en hoe ver je daarin mag en kan gaan zonder dat het ‘nieuwe’ pand heel veel onderhoud vergt. Daarnaast laat deze herbestemming zien welke mogelijkheden er tegenwoordig zijn en dat er vaak meer uit te halen is dan wat er oorspronkelijk wordt gevraagd. “Uiteindelijk zijn er heel wat religieuze sites die maar niet herbestemd geraken. Ik denk dat het Predikheren een mooi voorbeeld is van hoe het wel kan. Eén waarbij je zowel aandacht schenkt aan de verschillende bouwfases die er zijn geweest, als dat je er zelf een nieuwe fase aan toevoegt. Met alle moderne technieken en op een zo ecologisch en energetisch mogelijke manier. Er is heel intens samengewerkt met de drie verschillende teams omdat in dergelijk project architectuur, materialen en restauratie heel erg met elkaar verweven zijn. De vele aandacht die we eraan hebben geschonken zie je ook terug in het eindresultaat en bewijst dat een Open Oproep vernieuwende architectuur kan opleveren. Het is nu dan wel een bibliotheek maar het kan andere functies aan waardoor het future proofis. Het is een aangename plek met een zichtbaar verhaal dat klaar is om er nieuwe verhalen aan toe te voegen. Na amper drie maanden telden ze al meer dan 100.000 bezoekers, het genereus ontworpen gebouw trekt dus aan. Voor mij is dan ook het mooiste dat de inwoners van Mechelen deze plek intussen al hebben geclaimd.”

 

Callebaut Architecten
www.callebaut-architecten.be