Architecten De Bruyn

Architecten De Bruyn

Authentiek wonen in een van de sloop geredde molen

 

Niet alle molens zijn als monument geklasseerd en in sommige gevallen is dat een zegen. Niet omdat je dan maar een bouwvallig exemplaar zoals hier kan slopen, integendeel. Architecten De Bruyn renoveerde de molenromp grondig en gaf het een prominente rol in dit unieke woonconcept.

 

De ‘Stenenmolen’ of ‘Abbeloos Molen’ is een stenen korenwindmolen die in 1886 een houten exemplaar kwam te vervangen. Nadat deze bovenkruier rond 1920 buiten gebruik werd gesteld, werd hij iets later ontmanteld en van zijn wieken ontdaan. De overgebleven molenromp was in erbarmelijke staat toen de bouwheer het perceel aankocht. Maar die was wel van emotionele waarde voor hen. De (schoon)ouders woonden er namelijk tegenover en de molen maakte dus deel uit van hun jeugd. De architect hoefde dan ook geen pleidooi te houden voor het behoud en de restauratie van de molenromp. Joris De Bruyn: “Terwijl die echt bouwvallig was en elke leek vermoedelijk voor de sloop ervan zou opteren. Wij als fans van restauratie – goed voor een kwart van onze projecten – konden hun wens om de molenromp te behouden dus enkel toejuichen. Uit de gesprekken werd ook snel duidelijk dat die romp een prominente rol mocht vertolken. Helaas volstond die niet om het volledige programma te herbergen. Er was dus eveneens een aanbouw nodig, maar wel dusdanig dat de kwaliteiten en het brutalistische karakter van de molenromp zoveel mogelijk behouden konden blijven.”

 

De architecten keken in eerste instantie naar een structurele oplossing voor de erbarmelijke staat van de molenromp. Daarvoor waren enkele belangrijke ingrepen noodzakelijk zoals het vernieuwen van de funderingen. Gezien het ontbreken van draagvloeren was het mogelijk de fundering te versterken door ze te ondervullen. “Er is in de loop van de tijd ook aan de molen gewerkt. Hoewel er nauwelijks sporen van te vinden waren, moet er vroeger zelfs al bewoning zijn geweest. Op de eerste verdieping uit zich dat in de aanwezigheid van een oude betonbalk. Er waren daarnaast twee oude betonplaten die we omwille van stabiliteits-technische overwegingen opnieuw hebben gegoten. Op de twee bovenste verdiepingen waren er geen, die hebben we nieuw toegevoegd. Ook het metselwerk is in grote mate hersteld. Bepaalde raamopeningen hebben we gerespecteerd, andere – vooral achteraan – hebben we iets vergroot in functie van mooie doorzichten en connectie met de buitenomgeving.”

 

Een woonfunctie is uiteraard iets helemaal anders dan het malen van graan. De molen restaureren is een aspect, maar je hebt daarnaast een extra volume dat je dient toe te voegen. Het was dan ook essentieel – zeker in combinatie met die aanbouw – om het geheel zo leefbaar mogelijk te maken. “De aanbouw op zich was voor ons vrij evident. Zeker bij restauratieprojecten proberen wij een contrast te creëren met het bestaande. Bovendien mag het geen afbreuk doen aan elkaar, het moet elkaar versterken. De uitdaging situeerde zich vooral in de ronde en conische vorm van de molenromp. Dat betekent dat elke ruimte naar boven toe telkens verkleint. Onze oplossing bestond erin een tweede cirkel te creëren met een trap rondom om alle niveaus met elkaar te verbinden. Net als de romp zelf versmalt ook de trap naar boven toe.”

 

Door dit concept slaagde de architect erin het project leefbaar te maken en was het daarna makkelijker om de verschillende functies te gaan indelen. Dat leidde op het gelijkvloers van de molenromp tot een ontvangstruimte/bibliotheek, op de eerste verdieping vinden we een badkamer, op de tweede een slaapkamer en op de bovenste verdieping tot slot een slaapkamer/bureau. De bestaande bakstenen aanbouw vooraan herbergt een aantal praktische ruimtes zoals technische berging, vestiaire, toilet en een bijkeuken die gelinkt is aan de nieuwe aanbouw. In die laatste vinden we dagfuncties terug zoals keuken, eethoek en zitruimte op het gelijkvloers en de grote slaapkamer op de verdieping met dakterras die van hetzelfde open zicht geniet op de achterliggende velden.

 

De architectuur van de aanbouw is rechttoe rechtaan, een glazen volume dat licht binnentrekt en zorgt voor interactie met de omgeving. Een lichte constructie in glas en staal die in schril contrast staat met de massieve bakstenen muren van de molenromp. “Het was voor ons snel duidelijk dat we er een heel licht volume tegenaan wilden zetten. In de beleving vinden we het cruciaal dat wanneer je naar het geheel kijkt, je de molenromp doorheen het nieuwe volume voelt. Op onze eerste schets hadden we het helemaal transparant getekend. Je kan het zien als een tweede huid die je er op bepaalde niveaus omheen bouwt. In die huid wisselen glazen en opake delen elkaar af, enerzijds omwille van de opwarming en anderzijds om vlakken te creëren waar je iets tegen kan bevestigen of waar je gordijnen kan laten rusten. Desondanks zie en voel je vanuit de tuin en de velden de betrachting die we met de schets voor ogen hadden. En ook binnenin voel en beleef je de molenromp in elke ruimte. Het is eerlijke architectuur die laat zien wat er eerst stond en wat er nadien bij is gebouwd. En toch versterken beide volumes elkaar.”

 

Behalve voor licht en zicht biedt de aanbouw ook functionele voordelen. “Door de dikke muren en eerder kleine openingen van de molenromp is het binnen relatief altijd koel. Die ruimte maakt gebruik van de warmte van de aanbouw via een schouweffect dat ontstaat. Door te werken met een laag temperatuursysteem en het ontbreken van binnendeuren wordt dat gunstig benut en heerst er ook op de tussenniveaus een aangenaam klimaat.”

 

Het nieuwe volume bestaat eigenlijk uit twee betonplaten die nagenoeg zweven door het gebruik van de fijne staalstructuur. De huid is opgevuld met glazen en opake panelen. Met de staalstructuur in het zicht en de betonplaten glad bekist met rondom een aluminium schrijnwerk leunt ook dat volume aan bij de brutalistische architectuur van de romp. Met ook de vloeren in gepolierde beton is er eigenlijk maar gebruikgemaakt van drie prominente materialen: staal, glas en beton. Daardoor krijg je rust en gaat de aandacht naar de aanwezigheid van de molenromp. Die vraagt en krijgt terecht die aandacht.

 

Ook in het interieur vertolkt die een hoofdrol. In de molenromp zelf wordt die aangevuld met meubilair in multiplex met een HPL-toplaag in verschillende kleuren naargelang de functie, maar wel in een palet dat past bij de molenromp. In de badkamer uit zich dat in een rood-oranje kleurenaccent terwijl de vestiaire appelblauwzeegroene toetsen heeft. In de grote slaapkamer met zicht op de velden maakten ze dan weer een zwarte plint waardoor stopcontacten en dergelijke weggewerkt konden worden. Voor de vloeren kozen ze voor een zacht materiaal met epoxy in een grijze versie met een lichtgroene toets, gelijkaardig aan dat van de opake panelen van de aanbouw. Ook de douche die zich achter de binnencirkel van de badkamer bevindt, is daarmee afgewerkt. Het spreekt voor zich dat je slim moet omgaan met ruimte in dergelijke opmerkelijke vorm. Om vloeren zoveel mogelijk vrij te laten, werden collectoren en andere storende elementen weggewerkt onder trappen of achter inbouwkasten.

 

Hoe de molen er bij aanvang aan toe was en hoe die er nu uitziet, is een groot verschil. Maar als architect haal je het meest voldoening uit een concept waar je weinig tot niet moet van afwijken. “We zijn heel blij met het eindresultaat dat dicht aanleunt bij onze allereerste schets. Het is ook dankzij de bouwheer die volledig meeging in het verhaal. Niet iedereen zal van die brutalistische architectuur houden en die respecteren. Ook binnenin. Een deel van de buitenmuur wordt immers binnenmuur. Het feit dat ze die op ons aanraden onaangeroerd gelaten hebben, draagt zeker bij aan het concept. Een beugel in de muur, afgevlakte bogen, enkele verweringen, die imperfecties zijn allemaal gebleven. Noodzakelijke herstellingen aan de romp deden we met gerecupereerde baksteen en met kalkmortel gemetst zoals vroeger waardoor je over twintig jaar nog nauwelijks het verschil zal zien tussen oud en nieuw metselwerk. En daarnaast is ook de buurt blij dat de oude molen nieuw leven werdingeblazen.“

 

Architecten De Bruyn

Posthoornstraat 43

9300 Aalst

t. +32 (0)53 77 77 62

info@architectendebruyn.be

www.architectendebruyn.be