Abscis Architecten

Abscis Architecten

Nadruk op eigenheid binnen een coherent geheel

Na de fusie van twee scholengroepen in Kortrijk, werd een masterplan opgemaakt om de vier afzonderlijke sites te hervestigen naar twee binnenstedelijke schoolsites. Met enerzijds Campus Kaai, de site aan de Leie ontstaan uit de middeleeuwse Sint-Amandsproosdij en vroeger gekend van de inmiddels afgebroken Collegetoren. Anderzijds hebben we Campus Plein waar de voormalige meisjesschool gekend stond als ’t Fort. Die twee sites vormen vandaag samen het Guldensporencollege. In het masterplan was opgenomen om elke scholengraad zijn eigenheid te bezorgen in een aparte en vrijstaande entiteit op één van die campussen. Een bewuste keuze die erop moest toezien dat elke entiteit zelfstandig kon opereren. Dat is hier zowel het geval met de eerste, als tweede en derde graad van het middelbaar als met de basis- en kleuterschool, telkens met elk hun eigen directie.

Op campus Kaai vinden we de 2e (nieuwbouw) en 3e (vernieuwbouw) graad terug, op campus Plein de eerste graad. Dat de jongste studenten daar zijn ondergebracht, is niet toevallig. Het is namelijk gelinkt aan de historische context van de site aldaar. Het voormalige kloostergebouw heeft in se al een geborgen en afgesloten karakter, waardoor het zich daar meer toe leent. Terwijl naarmate de studenten ouder worden ze eerder gedijen in een meer open campus, middenin de stad met de integratie van publieke ruimtes. Beide campussen zijn verbonden door de nieuwe brug over het water en via groene zones. Het ontwerp dat Abscis Architecten maakte voor deze twee sites kadert in een architectuurwedstrijd voor Scholen van Morgen. Het kwam in 2011 als winnend ontwerp naar voor uit een Open Oproep van het Team Vlaams Bouwmeester.

Op Campus Plein, waar de eerste graad in het oude klooster is ondergebracht, integreerde Abscis Architecten een internaat in de westelijke zijvleugel en een nieuwe refter die ze lieten opgaan in de groene omgeving. Van de oude kloostervleugel, een beschermd monument, bleven enkel de muren overeind. Dat was, zeker naar stabiliteit toe, geen evident verhaal. Het klooster werd gerenoveerd met heel veel respect voor de oorspronkelijke architectuur van het gebouw. Aan de gevels is nagenoeg niets gewijzigd, enkel het dakvolume werd iets verhoogd. Die zijvleugel werd omgebouwd tot internaat om die leerlingen op te vangen die vroeger hun toevlucht hadden in de Collegetoren. Het nieuwe internaat telt 60 kamers met een ontspanningsruimte op het gelijkvloers. Die kwam in de plaats van de vroegere turnzaal en is heel polyvalent en flexibel invulbaar met los meubilair en een hoog kastmeubel als opbergruimte voor alle ontspanningsmateriaal. De grote verdiepingshoogte van de vroegere klaslokalen op de eerste verdieping bood de mogelijkheid om de kamers daar als mezzanine op te vatten en de studenten zo een aangenaam studiogevoel te bezorgen. Ook de kamers op de tweede verdieping sluiten aan op het bestaande vloerniveau van het klooster, maar hebben een normale vrije hoogte van 2m60, net zoals de kamers in het nieuwe zinken dakvolume erboven. In dezelfde beweging van de renovatie werd ook het toegankelijkheidsprobleem van het gebouw opgelost. Met één centrale lift bereik je nu zowel het bestaande als het vernieuwde gebouw.

In contrast met het klassieke kloostergebouw kwam er een gloednieuwe refter als een soort paviljoen in de beschermde kloostertuin. In tegenstelling tot het eerder gesloten volume van het internaat, is dit een open gebouw dat in verbinding treedt met de omgeving dankzij de houten gevelbekleding, de grote glaspartijen en het groendak. De combinatie oud en nieuw werd hier dus ook architecturaal benaderd.

Op Campus Kaai was de opdracht nog iets complexer omdat er in een historisch kader werd gewerkt én er een omvangrijk programma kwam. Dit resulteerde in een compleet nieuw gebouw voor de tweede graad en een vernieuwbouw voor de derde graad. De nieuwbouw, die aansluiting zoekt met de huizenrij en daardoor fungeert als schoolpoort, bestaat uit drie bouwlagen met leslokalen op de verdiepingen en administratie, leraarskamer, polyvalente ruimtes en een verdiept aangelegde sportzaal op het gelijkvloers. Het gebouw plooit in een grote U-vorm naar binnen rondom de speelplaats. Abscis Architecten koos ervoor om de sportzaal half te verzinken om diverse redenen. Ze creëerden een soort robuuste kuip die automatisch een gesloten stootrand rondom heeft waar bovendien allerlei sportmateriaal eenvoudig aan bevestigd kan worden. Bovendien krijg je zo vanaf het maaiveld en de speelplaats gemakkelijk inkijk in de sporthal en kunnen toeschouwers zonder de aanwezigheid van tribunes toch toekijken. Een andere troef is dat je de impact voor de buren evenredig vermindert. In een andere cluster op deze campus zit zowel de basis- en kleuterschool als de derde graad. Deze cluster is gebouwd rond de middeleeuwse site van de Sint-Amands-proosdij met een beschermde binnentuin waar de nieuwe en geborgen kleuterschool subtiel aansluiting bij zoekt. Voor de derde graad werd de neogotische feestzaal, een beschermd monument, niet alleen gerenoveerd, ze kreeg ook een nieuwe bestemming als schoolrestaurant en studiezaal. Opzij van dit centrale gebouw, kwamen er nieuwbouw leslokalen, mediatheek, administratie en een kleinere gymzaal. Er werden eveneens overdekte en open speelplaatsen gecreëerd en een gemeenschappelijke fietsenberging. De groene zones, die fungeren als pleinen, verbinden de diverse entiteiten en begeleiden tegelijkertijd de publieke circulatie doorheen de campus.

De eigenheid van de afzonderlijke entiteiten wordt ook veruitwendigd door de materialisatie. Voor de nieuwbouw van de tweede graad, gebouwd als een prefab betonstructuur met kolommen, balken en voorgespannen welfsels, is gekozen voor warme materialen. Een baksteen met een warme tint in combinatie met afrormosia hout en grote glaspartijen die het gebouw van binnenuit ook een lichte indruk geeft. Het verschil in materialen in deze gevels zegt ook iets over de achterliggende functies van de klassen. Alle specifieke vaklokalen en labo’s bevinden zich in de zijvleugel en daar is gekozen voor een vliesgevel. In de andere vleugel is dan weer gespeeld met het aspect van een gang. Hier bewust geen diepe standaardgang. Dit komt door variabele dieptes van de klaslokalen die voor onderbrekingen zorgen. Ze geven bovendien de vrijheid om klaslokalen op maat te gaan maken afhankelijk van de behoeftes. De wanden binnenin zijn dan weer in licht gipskarton. Die laten andere indelingen toe in de toekomst. Het is in elk geval duidelijk dat deze tweedegraadschool in materialisatie in contrast treedt met de bestaande gebouwen.

Niet in het minst met dat waar de derde graad in huist. Wat gerenoveerd werd, ligt opnieuw dicht bij het originele. De houten spanten in de gigantische dakkapel van de feestzaal zijn weliswaar vervangen door stalen spanten. De aangebouwde bijgebouwen die niet beschermd waren, werden afgebroken en kregen een nieuwbouw invulling, zij het nog met een fragment van een oude gevel. Voor de gevelbekleding van de nieuwbouw werd geopteerd voor vezelcement, opnieuw gecombineerd met houtaccenten. Net als bij het speelse karakter van de gevel van de kleuterschool. Die verraadt wie daarachter zijn intrek heeft genomen. Hout – hetzij thermowood, hetzij afrormosia – komt als gevelbekleding of als zonnewering in elk gebouw op de campus wel terug. Net als de gebouwen onderling, zowel in architectuur als in materialisatie, in dialoog met elkaar treden. Zeker wanneer oud en nieuw elkaar ontmoeten verkoos Abscis Architecten om eerlijk te zijn in wat getoond werd. Die extremen zorgen voor gezonde spanning op de site.

Deze scholencampus voldoet in vele opzichten aan de eisen voor Scholen van Morgen. Maar los daarvan is het nadenken over een duurzame toekomst met mogelijke herinvullingen een terugkerend gegeven in elk project van Abscis Architecten. Belangrijk in dit verhaal was de complexiteit om de aparte entiteiten een eigen gezicht te geven maar toch bij elkaar te laten aansluiten. De complexiteit van de vraag zit ook in het antwoord. Soms diende Abscis Architecten diep in de site te dringen om voor elk van de gebouwen een oplossing op maat te vinden. En ondanks die fragmentatie hebben ze erover gewaakt dat ze binnen het grotere geheel hun eenheid bewaarden. Die coherentie in hun verhaal was de voornaamste reden waarom Abscis Architecten als laureaat uit de bus kwam.

Tekst: Sam Paret
Foto’s: Dennis De Smet

Abscis Architecten
Jean-Baptiste de Ghellincklaan 2 – 9051 Gent
t. 09 244 60 20
www.abscis-architecten.be