DRDH Architects

DRDH Architects

Op 3 september 2020 zwaaide de vernieuwde concertzaal van Muziekcentrum De Bijloke officieel de deuren open. Een bijzondere gebeurtenis, aangezien de ruimte een nieuwe standaard zet op het vlak van akoestiek, zitcomfort en algemene concertbeleving. Niet alleen klinkt het geluid helderder dan ooit, door de intieme setting voel je je als publiek op unieke wijze verbonden met de artiesten. Dankbetuigingen gaan uit naar het Londense DRDH Architects, dat het dertiende-eeuwse gotische gebouw transformeerde in een ultramoderne concertzaal.

Op de Bijlokemeersen in Gent werd begin dertiende eeuw een groot ziekenhuis gebouwd. Jaren later kwamen daar ook een abdij en enkele nutsgebouwen bij. Het complex bestaat vandaag nog en doet tegenwoordig dienst als cultureel centrum. Onder andere de kunstacademie en het conservatorium, het Stadsmuseum Gent en Muziekcentrum De Bijloke vinden er onderdak. De site geldt als een culturele pleisterplek waar kunst gecreëerd en gedeeld wordt en bijgevolg een bijzondere dynamiek heerst. Om die nog te versterken is men al jaren plannen aan het maken om de toegankelijkheid van het terrein en het efficiënt gebruik van de gebouwen te optimaliseren. Een recent initiatief was de herinrichting van het Muziekcentrum, als onderdeel van een groter masterplan, ontwikkeld door DRDH Architects in samenwerking met Julian Harrap Architects, Arup Venue and Acoustics, ABT en RCR. ‘Het is een project dat stapsgewijs tot uitvoering wordt gebracht met verschillende partners’, aldus Jef Driesen van DRDH Architects. ‘Daarbij is de concertzaal de eerste ruimte die gerenoveerd werd, samen met de foyer die door een collectief van jonge makers werd heringericht met de nadruk op circulariteit en duurzaamheid.’ Het Muziekcentrum De Bijloke bevindt zich in een indrukwekkende ziekenzaal van het voormalige hospitaal. Aan het begin van de jaren 2000 was de concertzaal al eens verbouwd en uitgebreid, maar zeker de laatste jaren voldeed ze lang niet meer aan de moderne eisen op het vlak van comfort en akoestiek. ‘De zaal was heel impressionant en bevatte waardevolle historische elementen, maar had eigenlijk te weinig specifieke kwaliteiten om dienst te doen als concertzaal’, vertelt Jef Driesen. ‘Vooral de akoestiek was een probleem. Men maakte gebruik van een elektroakoestisch systeem. Verborgen microfoons en luidsprekers in het dakgebinte en het plenum zorgden ervoor dat de muziek kunstmatig werd versterkt op bepaalde plekken in de zaal. Als niet-kenner merk je daar op zich weinig van, maar in de muziekwereld is zoiets eigenlijk not done. De belangrijkste opdracht bestond er daarom in opnieuw een natuurlijke akoestiek in de zaal te brengen om de ervaring van zowel de uitvoerder als het publiek weer op punt te stellen.’

 

Ruimte
Het doel van het project was om een vernieuwde, eigentijdse concertzaal te creëren waar de concertbeleving centraal staat. Toch zijn weinig ontwerpbeslissingen genomen uit esthetische overweging. Zowat elke beslissing is gerelateerd aan het verbeteren van de auditieve ervaring. Een eerste belangrijke ingreep betrof de verlaging van de zaalvloer met 1,2 meter. Daarvoor werd een volledig nieuwe, waterdichte kuip in beton gemaakt, die losstaat van het historische monument. Op die manier neemt het volume van de zaal met dertien procent toe, wat een onmiddellijk positief effect heeft op de nagalmtijd. Door de uitdieping konden de historische deuren bovendien in ere worden hersteld en kon het podium op hetzelfde niveau komen als de circulatie, wat de toegankelijkheid van de zaal bevordert. Door zowel het podium als de achterzijde van het zitgedeelte vervolgens naar het midden te schuiven, is de lengte van de zaal ook gevoelsmatig ingekort. Dit brengt artiesten en publiek niet alleen dichter bij elkaar, er ontstond ook extra ruimte voor koorbanken achter het orkest, boven een nieuwe backstage. ‘Voor een optimale beleving en goede akoestiek was de zaal in proportie gewoon te lang’, vertelt Jef Driesen. ‘De afstand tussen publiek en muzikanten was te groot. Door het podium vijf meter meer naar het midden te verschuiven, ontstaat er nu een veel intiemere setting. Als toeschouwer ben je veel meer verbonden met de muzikanten. Bij bepaalde voorstellingen kunnen de koorbanken achter het podium zelfs gebruikt worden door het publiek zelf, waardoor de artiest als het ware midden in het publiek staat.’

 

Klankkast
Wat DRDH Architects in essentie deed, is een houten klankkast integreren in de bestaande ruimte. Behalve een nieuwe tribune-, podium- en koorconstructie, werd er ook een houten lambrisering gebouwd om de reflectie van het geluid te optimaliseren. Onder het gewicht van de zware houten dakconstructie waren de muren van het middeleeuwse gebouw in de loop der tijd licht naar buiten gekanteld. Het geluid werd daardoor naar boven gekaatst, waar het als het ware verloren ging in het dakgebinte. Als oplossing werd een geprofileerde lambrisering in gerookte eik gerealiseerd die zowel het zitgedeelte als het podium omhult. Visueel gaat ze de dialoog aan met het dakgebinte, terwijl ze ook voor een directe reflectie van het geluid zorgt. Jef Driesen: ‘Met de hulp van een team akoestici van Arup werd een reeks chirurgische ingrepen bedacht om de galm te verbeteren, inspelend op de specifieke kenmerken van de locatie. Voorheen waren de kleuren en materialen van de tribune niet afgestemd op die van het dakgebinte. Het hout brengt de ruimte visueel in balans. De lambrisering geeft karakter aan de zaal. Ze omarmt het publiek. Lambrisering, tribune, podium en koorbanken vormen in feite een ruimte in de ruimte, die werkt als de klankkast van een instrument.’

 

Tekst: Bart De Maesschalck
Foto’s: ©Karin Borghouts

DRDH Architects
4 Northington Street ı London WC1N 2JG (UK) ı t. +44 20 7100 9003
Appelmansstraat 24 ı 2018 Antwerpen ı t. 03 647 22 81
www.drdharchitects.co.uk